De uitzinnige vreugde in De Kuip, de cruciale doelpunten van Pierre van Hooijdonk en de waanzinnige treffer van Jan Koller: veel van de 3-2 zege van Feyenoord op Borussia Dortmund staat achttien jaar na dato nog op het netvlies van veel voetballiefhebbers gebrand. Toch levert het terugkijken van de UEFA Cup-finale verrassende inzichten op, die we getoetst hebben bij trainer Bert van Marwijk.
Zeven inzichten over de finale van 2002, waarbij vooral de laatste hoop biedt. Bert van Marwijk: 'Toen was het financiële verschil met de top ook al heel groot. Toch winnen wij de UEFA Cup. Dat heeft een reden.'
1. De analyse van Borussia Dortmund? Geen touw aan vast te knopen
Bert van Marwijk weet nog goed dat hij in het weekend voor de finale op de tribune zat bij de kampioenswedstrijd van Borussia Dortmund tegen Werder Bremen. 'Ik was samen met mijn assistent John Metgod voor het eerst in dat stadion. Daar waren toen 83 duizend fans, één grote massa. Vooral die Gelbe Wand maakte veel indruk. Écht een ongelooflijk stadion.'
Hoewel Van Marwijk behalve van het stadion ook onder de indruk was van de kwaliteiten van Dortmund, had hij qua speelplan weinig aan zijn tripje. 'De ploeg werd gecoacht door Matthias Sammer. Normaal gesproken was de tactiek in die tijd een stuk duidelijker dan nu. Waarmee ik bedoel dat het statischer was, meer vanuit vaste posities dan tegenwoordig. Zo ging je dan analyseren. Alleen was daar bij dit Dortmund geen touw aan vast te knopen. Het was een georganiseerde chaos. Ze liepen allemaal door elkaar heen.'
'Dat heeft te maken met de kwaliteiten van die spelers', weet Van Marwijk, die in 2004 zelf aan de slag zou gaan bij Dortmund. 'Ze hadden een ervaren keeper met Jens Lehmann. Je had Dedé, een Braziliaans international. Daar heb ik zelf mee gewerkt. Een geweldige meevoetballende linksback, behoorlijk snel. Hij kwam heel veel op, soms zelfs met de bal het middenveld in. De centrale verdedigers waren de enigen die op hun plaats bleven: Christian Wörns en Jürgen Kohler. Op rechtsback had je Evanilson. Ook een Braziliaans international die het moest hebben van enorm veel opkomen en meevoetballen. Op het middenveld had je Lars Ricken. Een intelligente speler die niet plaatsgebonden was. Daarnaast stond Stefan Reuter, die wat meer vanuit zijn positie speelde. Natuurlijk Tomás Rosicky, een geweldige speler. Die was overal en nergens. Hetzelfde geldt voor Ewerthon, die vanaf de vleugels kwam. Topscorer Márcio Amoroso was ook erg bewegelijk en kon overal opduiken. Dan had je nog Jan Koller, een spits van 2 meter 2. Nou, zet dat maar op papier met posities: dat is bijna niet te doen. Alleen voor de keeper, centrale verdedigers en Reuter. De rest liep door elkaar. Dat was ongelooflijk moeilijk te analyseren.'
Vlak voor de finale werd de voorbereiding nog complexer voor Van Marwijk, toen bestuurder Jan D. Swart hem belde om te vertellen dat Pim Fortuyn was neergeschoten. 'Onderschat niet wat dat betekend heeft. Dat was een hele vreemde gewaarwording. Alles stond in het teken van die wedstrijd in ons eigen stadion en dan wordt twee dagen daarvoor onze belangrijkste politicus op dat moment, die ook nog eens Rotterdammer was, vermoord. Niemand wist wat hij moest doen. Zoiets leer je niet op de cursus. Wat gaat er nu gebeuren? Gaat die wedstrijd wel door? Ik heb het daar toen met groep over gehad. Iedereen was verslagen. Het was natuurlijk verschrikkelijk voor die man. Toch zeiden een paar duidelijk: "We willen graag voetballen, dit laten we ons niet meer afpakken". In het stadion hing een hele rare sfeer. Bijna alle voetbalelementen waren verdwenen. Daar had Dortmund geen last van. Die waren net kampioen geworden en kwamen met een mentaliteit van: niemand doet ons wat.'
Verdedigend slaagde Feyenoord er desondanks redelijk goed in om Dortmund te bespelen. 'We waren er toen al mee bezig om zo te spelen dat we tegen elk systeem onze organisatie intact konden houden. Dat we vanuit onze positie konden spelen, werkte in ons voordeel. Als je tegen zo'n ploeg achter je directe tegenstander gaat aanlopen, ben je kansloos. Individueel waren die spelers van Dortmund allemaal zó goed. Dan was je gewoon weggespeeld. Gelukkig hadden wij een team met veel tactische discipline. Kees van Wonderen, Patrick Paauwe, Paul Bosvelt, Shinji Ono, Jon Dahl Tomasson en Pierre van Hooijdonk: die spelers in de as wisten hoe ze vanuit hun posities moesten verdedigen.'
In balbezit imponeerde Feyenoord geen moment tegen Dortmund, zelfs niet in het uur waarin de Duitsers met tien man stonden. 'Qua veldspel was dit een van de minste wedstrijden in dit toernooi', beaamt Van Marwijk. 'Dat is natuurlijk niet vreemd. Voor veel spelers was dit hun eerste finale en dan ook nog eens onder deze bijzondere omstandigheden. Dat je dan, wanneer je onder druk komt, soms wat sneller de lange bal speelt: logisch. We hadden Van Hooijdonk als aanspeelpunt. Bovendien hadden we op de rechterkant minder kwaliteit dan gebruikelijk doordat Brett Emerton geschorst was. Dat was een geweldige rechtsback die enorm veel opkwam. Chris Gyan vulde dat in de finale prima in op zijn eigen manier, meer verdedigend. Het voordeel van deze ploeg was dat we zo vér waren. Als we voelden dat we onder druk kwamen, dan gingen ze niet onnodig opbouwen. Dan kozen we een andere oplossing.'
2. Jan Koller was voor Feyenoord wat Marouane Fellaini voor Ajax was
Waar Feyenoord met Pierre van Hooijdonk een targetman voorin had, gold datzelfde voor Borussia Dortmund met Jan Koller. De boomlange spits uit Tsjechië was de beste man op het veld in De Kuip. Door de lucht niet te verslaan, nam in de dekking moeiteloos ballen aan op zijn borst en had technisch met beide benen een goede voorzetting in huis. In essentie deed Koller met Feyenoord wat Marouane Fellaini vijftien jaar later met Ajax zou doen: druk zetten onmogelijk maken.
'Zij speelden vaak de lange bal op Koller. Dat was heel erg moeilijk om te bespelen', blikt Van Marwijk terug. 'Toch wil je daar niet jouw hele tactiek op afstemmen. Dus we hebben een paar duidelijke afspraken gemaakt. De belangrijkste was dat de twee centrale verdedigers achter elkaar moesten gaan staan. Van Wonderen en Paauwe waren niet de grootsten, maar wel erg slim en tactisch sterk. We konden die luchtduels met Koller niet winnen, dus moesten we anticiperen op wat er daarna gebeurde. Ze hadden met Rosicky en Koller twee Tsjechen die enorme vrienden waren, die vonden elkaar zo makkelijk. Dan had je ook nog Ewerthon en Amoroso om hem heen en Ricken die opduikt in ruimtes waar je hem niet verwacht. Dat was allemaal niet afgesproken. Dat deden die spelers zelf en dat is het moeilijkste om tegen te spelen. We hebben geprobeerd dat op te lossen door te anticiperen met veel spelers in een kleine ruimte, waarbij Bosvelt heel belangrijk was. Alleen blijft het zelfs dan nog een enorm wapen.'
Koller fungeerde als bliksemafleider bij de chaotische situatie waaruit Dortmund vlak na rust een strafschop veroverde, tekende zelf op fraaie wijze voor de 3-2 en stond als aanspeelpunt aan de basis van vele aanvallen. Eigenlijk was de Tsjech de belangrijkste reden dat de geel-zwarten met tien man in de wedstrijd bleven. Van achteruit werd Koller voortdurend gezocht met lange ballen, waarop Rosicky, Ewerthon en Amoroso de ruimtes rondom hem bespeelden.
Van Marwijk: 'Ik heb later zelf met Koller gewerkt. Ik zag eigenlijk toen pas dat hij ook heel aardig kon voetballen. Al bleek dat ook wel in die finale. Die 3-2 was écht een wereldgoal. Aannemen op de borst en dan met buitenkant rechts in de kruising knallen. Daarna werd het nog spannend. We hebben écht moeten vechten voor die overwinning. Op het einde heb ik zelfs nog Ferry de Haan ingebracht als extra verdediger.'
3. De kracht van Borussia Dortmund was ook de zwakte
Hoe moeilijk Borussia Dortmund met die specifieke kwaliteiten ook te bespelen was, Bert van Marwijk was ervan overtuigd dat er kansen zouden komen. 'Ik heb het team duidelijk gemaakt dat hun kracht ook hun zwakte was. Ze waren slecht georganiseerd bij balverlies. In de as waren vaak veel spelers weg. Daar lagen onze kansen. Wij hadden de kwaliteiten om daarvan te profiteren. De derde goal vind ik daarvan het beste voorbeeld.'
In bovenstaande situatie valt op dat in de opbouw de zone voor de defensie van Borussia Dortmund nauwelijks beschermd is. Ono profiteert daarvan door de bal af te pakken en meteen Tomasson in de diepte te lanceren. De Deen schiet onberispelijk binnen: 3-1.
4. Jon Dahl Tomasson was zijn tijd vooruit
Over Jon Dahl Tomasson gesproken: die was eveneens betrokken bij dat andere bepalende moment in deze finale.
In bovenstaande situatie in de dertigste minuut heeft Tomasson besloten om door te jagen na zijn eigen balverlies. Eerst zet hij een middenvelder onder druk en na diens terugspeelpass stapt Tomasson agressief door op Jürgen Kohler. De mandekker schrikt daarvan, laat de bal van zijn voet schieten, staat zo toe dat Tomasson met zijn lichaam tussen hem en de bal kan komen en probeert die fout te herstellen door het fysieke contact te zoeken. Door een paar tellen druk te zetten, heeft Tomasson slordig balverlies omgezet in een strafschop én een rode kaart voor Kohler. Van Hooijdonk schiet raak en plots heeft Feyenoord geweldige kaarten in handen.
Direct druk zetten bij balverlies en diepgang zonder bal: Tomasson toont bij de twee beschreven goals kwaliteiten die in het moderne voetbal enorm gewaardeerd worden. 'Dat deed hij vaker zoals bij die strafschop. Dat was typisch Tomasson', lacht Van Marwijk. 'Hij was een hele belangrijke speler voor ons als een lopende nummer 10. Eigenlijk een 9,5. In balbezit was hij degene die heel veel bewoog rondom Van Hooijdonk. Hij ging ook vaak over hem heen.'
'Het voordeel van Tomasson was dat hij als hij diepte zocht zo fanatiek was dat hij door te sprinten gewoon weer terugkwam als middenvelder', vervolgt Van Marwijk. 'Hij zakte vaak uit op de meest verdedigende middenvelder van de tegenstander. Dan staat het zo goed met Bosvelt en Ono daar nog achter. Onderschat namelijk de verdedigende kwaliteiten van Ono niet, ook positioneel. Bosvelt kon alles. Die was voor niemand bang en straalde dat uit. Dat is zó belangrijk voor een ploeg. Maar om terug te komen op Tomasson: ik denk dat onderschat werd hoe goed hij was. Tegenwoordig zie je veel teams die 4-2-3-1 spelen verdedigen vanuit een 4-4-2 om de inspeelpass naar het middenveld eruit te halen. Dat deed hij in die tijd automatisch. Soms zakte hij ook een linie verder terug, waardoor we nóg compacter stonden in de as van de veld.'
5. Zonder roofbouw had Shinji Ono de wereldtop gehaald
In de finale viel op dat Shinji Ono in de chaos om hen heen extreem rustig beef. De openingstreffer van Feyenoord werd voorafgegaan door een van de eerste geduldige aanvallen van de Rotterdammers in de wedstrijd. Die begon met Ono die zich aanspeelbaar maakte in de dekking en daarna temporiseerde.
Die 2-0 uit een vrije trap? Die begon met Ono, die niet alleen een bal onderschepte, maar meteen de voorwaartse oplossing tussen de linies bij Tomasson zag en benutte. Aan de 3-1 ging een soortgelijke situatie vooraf, waarbij Ono anticipeerde, onderschepte en Tomasson lanceerde. Bij die goal kreeg de Japanner daarvoor een assist op zijn naam.
Van Marwijk: 'Ono was ongelooflijk goed. Op de momenten dat je er niet meer uitkomt, moet je soms de bal naar voren knallen, omdat je niet meer weet wat te doen. Dan is het heel fijn om een speler te hebben die je altijd kan aanspelen. Omdat hij zich eruit kan draaien als je hem in de dekking aanspeelt. Dat is zo belangrijk om het initiatief terug te vinden in dit soort duels. Ono was ook zo'n speler. Ik denk dat hij beter was dan iedereen dacht dat hij was. Hij wordt herinnerd als hele gave technicus, maar kon ook heel goed vooruit verdedigen'
'Alleen is er roofbouw op hem gepleegd door Japan', aldus Van Marwijk. 'Die riepen hem overal voor terug. Dan praat je over zes uur tijdverschil en twaalf, dertien uur vliegen. Dat heeft ertoe bijgedragen dat hij later in zijn carrière vaak langdurig geblesseerd geweest is. Zonder die verplichtingen voor Japan denk ik dat hij veel verder gekomen was. Ik vond het echt een topspeler. Hij lag ook heel erg goed in de groep.'
6. Spelers in het muurtje? Dat was een idee van Pierre van Hooijdonk
'Niet alles van die finale staat me nog helder op het netvlies, maar nog wél die eerste vrije trap van Pierre van Hooijdonk die tegen de paal ging', zegt Bert van Marwijk. De Feyenoord-trainer stootte zijn assistent Mario Been aan om te wijzen op de positie van Jens Lehmann. 'Die stond helemaal verkeerd.' Toen Feyenoord een tweede vrije trap kreeg op een vrijwel identieke plek, richtte Van Marwijk zijn blik meteen op Lehmann. De Duitse goalie ging weer helemaal in de verre hoek staan en dus wendde Van Marwijk zich tot Been met de voorspelling dat deze erin zou gaan. 'Normaal gesproken ben ik niet zo van het voorspellen, maar dit was zo'n groot wapen van ons.'
Daarbij viel op dat Feyenoord steeds spelers in de muur van Dortmund zette om die te ontregelen. Later zouden clubs als FC Midtjylland met een speciale afdeling voor spelhervattingen hier zo'n specialisme van maken dat de FIFA zich genoodzaakt zag om hier nieuwe regels voor uit te vaardigen. Bij Feyenoord had Van Hooijdonk geen team van experts nodig om dit voor elkaar te krijgen. 'Pierre zette het zo neer dat hij hem in de hoek kon schieten waar hij wilde mikken. Relatief laag over de muur.'
'Daar hoefde ik niets aan te doen als trainer. Dat regelde Pierre zelf allemaal', zegt Van Marwijk. 'Na bijna na elke training ging hij nog een half uur vrije trappen nemen. Vaak helemaal alleen. Dus dat was een kwaliteit van hem. Hij ging daarin nog een stap verder. Niet alleen door te oefenen op de techniek, maar hij ging ook de spelers neerzetten. Daar in de muur waar hij dat wilde. Waardoor hij een zo'n maximaal mogelijk resultaat kon halen. Als hij drie vrije trappen kon nemen, kon je er bijna vergif op innemen dat er sowieso één inging. Ik vind het belangrijk om dat aan spelers over te laten. Ik wilde me daar niet mee bemoeien. Dit was zijn kwaliteit. Hij krijgt daar ook vertrouwen van. Dat hij het neer kan zetten zoals hij dat wil.'
7. Geld kan je verslaan door na te denken
Hoewel de 3-2 zege op Borussia Dortmund nog altijd de laatste Europa Cup-winst is van een Nederlandse club, gelooft Bert van Marwijk niet dat het een utopie is dat dit nog eens kan gebeuren. 'Wij hebben bewezen dat het kon. In Nederland zijn we bij succes snel in wolken, maar ook snel negatief als de resultaten tegenvallen. Toen was het verschil met de top ook al heel groot. De begroting van Dortmund was vier keer zo groot als die van Feyenoord, zoals dat ook het geval was met Internazionale. Toch winnen wij de UEFA Cup. Dat heeft te maken met nadenken. Dat is altijd de kracht geweest van Nederlandse clubs. Voor niemand bang zijn. Positief arrogant, noem ik dat. Blijven geloven in eigen kwaliteit. Daarin is creativiteit heel belangrijk. Altijd de tegenstander een stap voor zijn door slim bezig te zijn met het spelletje.'
'Iedereen wist precies wat hij moest doen en we waren altijd onszelf: die twee dingen waren de basis van ons succes. Ik herinner met nog de warming-up voor de uitwedstrijd tegen Internazionale. We waren daar het veld aan het inspecteren in trainingspakken, met de handen in onze zakken. Kwamen daar ineens Ronaldo en consorten aan in maatpakken van Dolce & Gabbana. Zonebrillen op, witte sneakers eronder aan. Ze keken ons niet eens aan. Toen zag ik aan de blikken van jongens als Van Wonderen, Paauwe en Van Hooijdonk dat ze daar niet van onder de indruk waren.'
'Er onstond iets in dat team. Met name tegen Inter. Toen hoorde ik ze voor het eerst spreken over de finale. "Als we die halen, dan spelen we thuis", zeiden ze. Daarvoor had niemand het daarover. Toen ging dat leven. Er kwam iets in die groep van: dit laten we ons niet afpakken. Die overtuiging in combinatie met onze specifieke wapens, fysieke kracht en tactische discipline hebben gemaakt dat we gewonnen hebben van Dortmund. Die waren kwalitatief namelijk beter dan wij.'