Het inbrengen van David Neres heeft Ajax in extremis geholpen om datgene te doen wat tegen het goed georganiseerde Benfica lastig blijkt: tot kansen en doelpunten komen vanuit de opbouw. Analyse van de 1-0 overwinning van Ajax.
Mochten er nog twijfels zijn geweest of Benfica naar Amsterdam zou komen om de organisatie gesloten te houden en te loeren op een enkele counter, dan neemt de Portugese topclub die in de eerste vijf minuten direct weg. Tot twee keer toe zet Benfica fanatiek druk rond de middenlijn op de rechterflank, wat beide keren leidt tot balwinst en een gevaarlijke tegenstoot. Mede dankzij André Onana komt Ajax deze openingsfase ongeschonden door, maar de kansen illustreren perfect het boeiende kat-en-muis-spel dat in de Johan Cruijff Arena ontstaat.
Op papier vormen de 4-1-4-1 van Benfica en de 4-2-3-1 van Ajax een ideaal spiegelbeeld van elkaar, waardoor overal op het veld koppeltjes kunnen ontstaan. In de praktijk voetballen beide ploegen in balbezit dermate dynamisch dat daar geen sprake van is. Daarnaast starten beide teams vanuit de zone, waardoor nog minder sprake is van man-tegen-man-gevechten over het hele veld. De crux zit vooral in het herkennen van de momenten waarop spelers hun zone moeten verlaten om te voorkomen dat tegenstanders vrijkomen tussen de linies en het bieden van diepgang zonder bal, waardoor de ruimtes groter worden.