Bayern München heeft via een sterke fase na rust de Champions League gegrepen ten koste van Paris Saint-Germain: 1-0. Analyse van een finale waarin een omzetting van Thomas Tuchel in de tweede helft zijn ploeg bepaald niet helpt.
Ander Herrera is zo’n voetballer waar trainers dol op zijn. Of je het nu aan Marcelo Bielsa, Louis van Gaal of José Mourinho vraagt: iederene loopt weg met de Baskische middenvelder. Niet omdat hij de meest verfijnde speler is, maar wel omdat hij het spelinzicht heeft om een tactisch lastig opdracht negentig minuten lang met discipline uit te voeren. Zo heeft Herrera eens als een stalker negentig minuten lang achter Eden Hazard aangelopen, omdat Mourinho geoordeeld had dat dit de manier was om de toenmalig Chelsea-sterspeler af te stoppen.
Thomas Tuchel heeft in de Champions League-finale diezelfde Herrera uitverkozen voor een speciale opdracht. Hij is de man die de gevaarlijke linkerflank van Bayern München met Alphonso Davies en Kingsley Coman moet bedwingen. Niet door achter een specifieke tegenstander aan te lopen, maar door op een andere manier de Bayern-opbouw te ontregelen.