Voor het seizoen spreken steevast achttien Eredivisie-clubs de ambitie uit om het publiek meer te gaan vermaken. AZ lijkt daar ook daadwerkelijk in te gaan slagen door een nieuwe twist te geven aan de traditionele 4-3-3-formatie.
Wat hebben Barcelona, Sevilla en RB Leipzig met elkaar gemeen? Een van de mogelijke antwoorden op die vraag is dat zij tot de acht teams uit de Europese topcompetities behoren die extreem succesvol zijn met een nieuw type voorzet. Deze trend doet dit seizoen nadrukkelijk zijn intrede in de Eredivisie. Ajax-trainer Marcel Keizer begint erover in interviews, maar op het veld is het nergens zo goed terug te zien als bij AZ. Dat vertaalt zich steeds vaker naar concreet resultaat, zoals in de laatste wedstrijd tegen SC Heerenveen waarin beide Alkmaarse treffers op die manier tot stand komen.
In de 73ste minuut begint dat met een crosspass op Alireza Jahanbakhsh. Als de Iraniër de bal aanneemt, heeft hij de mogelijkheid om direct een voorzet te geven. Typerend voor het Alkmaarse spel dit seizoen is dat hij dit niet doet. Jahanbakhsh besluit in plaats daarvan door te lopen tot de hoek van het strafschopgebied. Dan geeft de Iraniër de bal mee aan rechtsback Jonas Svensson, die niet aan de buitenkant maar aan de binnenkant vrijkomt. In tegenstelling tot Heerenveen zijn spits Wout Weghorst en nummer tien Guus Til daar niet door verrast. Zij nemen hun posities in voor het doel en uiteindelijk is het Til die de lage voorzet binnenwerkt.
De winnende treffer in de absolute slotfase komt op vergelijkbare wijze tot stand. Opnieuw wordt Jahanbakhsh gevonden met een crosspass. Opnieuw zoekt hij bewust de hoek van het strafschopgebied op. Opnieuw staat Svensson niet aan de buitenkant, maar aan de binnenkant. Opnieuw wordt een lage voorzet gegeven, dit keer door Jahanbakhsh zelf. Opnieuw trekt Weghorst naar de eerste paal en is het Til die bij de tweede paal afrondt. Deze patronen zijn het resultaat van fanatiek werk op het trainingsveld, waar AZ de wetten van het moderne voetbal over probeert te brengen op de spelers.
Topvoetbal van toekomst
Voor de vele jeugdproducten in het eerste elftal van AZ is dit gesneden koek. Basisspelers Pantelis Hatzidiakos (20), Thomas Ouwejan (21), Teun Kopmeiners (19), Guus Til (19) en Jeremy Helmer (20) zijn opgeleid volgens het idee dat spelprincipes belangrijker zijn dan systemen en met het besef dat het topvoetbal van de toekomst vraagt om dynamische en technisch vaardige voetballers die zich staande houden in steeds kleiner wordende ruimtes. Klassieke buitenspelers met het krijt aan de schoenen die hoge voorzetten geven, passen niet in dat plaatje.
Slechts één op de 92 voorzetten levert direct succes op
De cijfers maken ondubbelzinnig duidelijk dat de traditionele vleugelspeler voltooid verleden tijd is. In de Europese topcompetities geldt dat één op de 45 voorzetten direct of indirect leidt tot een doelpunt. Wordt alleen gekeken naar direct succes (waarbij afgevallen ballen, rebounds, veroverde strafschoppen en dergelijke niet meetellen) dan is slechts één op de 92 voorzetten succesvol. De effectiefste voorzet is niet de in Nederland populaire hoge bal vanaf de achterlijn, maar een lage, teruggetrokken voorzet uit de hoek van het strafschopgebied. De enige club in de Eredivisie die consequent deze tactiek toepast, is AZ.
Met name op de rechterflank loopt de wisselwerking bij AZ uitstekend. Aanvaller Jahanbakhsh is daar de grote blikvanger. Hij staat nu al op twee goals en vier assists. Alleen Hakim Ziyech en Jürgen Locadia zijn in de Eredivisie bij meer doelpogingen betrokken dan de Iraniër. Dat is niet alleen de verdienste van Jahanbakhsh, maar ook een resultaat van de speelstijl van AZ. Neem bijvoorbeeld de positionering van Svensson, die vaker op het middenveld in de zogenoemde halfspaces dan aan de zijlijn te vinden is. De Noor is een vaardige passer in de kleine ruimtes, waardoor tegenstanders hem vaak volgen naar het centrum. Dat helpt Jahanbakhsh om vaker in de één-tegen-één te komen. Met zijn intelligente loopacties is Til de derde succesfactor in de driehoek op rechts.
Het trio Svensson/Til/Jahanbakhsh zorgt ervoor dat altijd een AZ-speler opduikt in de rechterhoek van het strafschopgebied. Daar hebben de Alkmaarders al 110 keer de bal getoucheerd, meer dan welke andere club in de Eredivisie. Alleen Feyenoord (71) en Ajax (68) komen enigszins bij dat getal in de buurt. Weghorst mag zich daarom gelukkig prijzen: geen spits wordt zo vaak vanuit dergeljke kansrijke posities in stelling gebracht.
Op de linkerflank zoekt AZ nog naar de ideale samenstelling, maar zijn de resultaten van de werkwijze eveneens duidelijk zichtbaar. Net als Svensson beweegt ook linksback Thomas Ouwejan vaak richting de as van het veld. Voor Ouwejan staat op linksbuiten vaak een verkapte middenvelder, zoals Mats Seuntjens, Joris van Overeem of Dabney Dos Santos. Daarmee dragen zij bij aan de controle over de as, maar een negatief bijeffect is dat over links aanzienlijk minder vaak de hoek van het strafschopgebied bereikt wordt. Desondanks heeft slechts Ajax (98) daar meer balcontacten dan AZ (63).
Best of the rest
Het feit dat steeds andere spelers opduiken in de zones waar AZ gevaar wil stichten, maakt dat de Alkmaarders veel meer dan vorig seizoen voldoen aan de doelstelling om attractief te voetballen. AZ heeft niet alleen meer balbezit dan vorig seizoen, maar vertaalt dat ook richting meer doelpogingen. Dat de ploeg van trainer John van den Brom na titelkandidaten Ajax en PSV de meeste schoten op doel en grote kansen heeft, maakt de Alkmaarders op dit moment de grootste kanshebber op de titel ‘best of the rest’.
Tegen de topclubs zelf wordt duidelijk waar het grootste winstpunt ligt voor de voetbalmachine van AZ. PSV (3-2) en Feyenoord (0-4) leggen genadeloos de defensieve problemen bloot die ontstaan als onder de hoge druk van AZ wordt uitgespeeld. Dat aspect lijkt beter op orde sinds Marko Vejinovic door een blessure uit het elftal is gevallen en de punt naar achteren is ingeruild voor de punt naar voren.
Met wedstrijden tegen Willem II, Roda JC Kerkrade, FC Twente, VVV-Venlo en Heracles Almelo op het programma lijkt de opmars van AZ op de ranglijst aanstaande. Niemand hoeft raar op te kijken als AZ na deze vijf wedstrijden in de top drie van de Eredivisie terug te vinden is. Dat zal dan het resultaat zijn van het moderne vleugelspel, waarop tegenstanders maar moeilijk grip krijgen.