Tijdens de finale tegen Olympique Marseille kijkt Diego Simeone vanwege een schorsing toe vanaf de tribune, maar het bereiken van de vierde Europese eindstrijd in zeven jaar dankt Atlético Madrid vooral aan zijn maniakale trainer. Atlético heeft niet de beste spelers ter wereld, maar is wél een van de beste teams ter wereld. Over de magische eenheid van denken die de Rojiblancos bijna onverslaanbaar maakt.
Sinds Atlético in 2012 de eerste hoofdprijs onder Simeone heeft gepakt in de Europa League-finale tegen Athletic de Bilbao (3-0 winst), is bijna alles veranderd. Smaakmakers als Diego, Arda Turan en Radamel Falcao zijn verdwenen, nieuwe sterren als Antoine Griezmann, Saúl Ñíguez en Diego Costa hebben hun plaats ingenomen. Maar de boodschap die Simeone na afloop meegeeft aan de pers, kan woensdagavond zomaar hetzelfde zijn: ‘We hebben laten zien waar Atlético voor staat: we hebben een snel team dat defensief sterk is. Daar ben ik trots op.’ Via die succesformule leeft Atlético zes jaar later immers nog steeds boven zijn stand.