Vandaag in de rubriek 'Tactische meesterbreinen ontleed': dé stuntploeg van de Premier League. Hoe manager Brendan Rodgers zijn Leicester City vier jaar na de sprookjestitel weer laat stunten.
Geschiedenis herhaalt zich (maar dan anders)
In een voetbaltijdperk dat zich vooral laat kenmerken door de groeiende kloof tussen arm en rijk, tussen de haves en have-nots, tussen de steenrijke megaclubs en de rest, is het kampioenschap van Leicester City in 2015/16 het wonder dat we moeten koesteren. En uitgerekend diezelfde Foxes zijn dit jaar, vier seizoenen na het sprookjesachtige succes, weer dé stuntploeg in de Europese topcompetities. Dat Leicester momenteel alleen het oppermachtige Liverpool voor zich moet dulden op de ranglijst, halverwege het Premier League-seizoen, is een bijzonder knappe prestatie.
Hoewel de club met keeper Kasper Schmeichel en superspits Jamie Vardy nog altijd twee van de kopstukken van de kampioensploeg tot zijn huidige sterren telt, houden de gelijkenissen tussen de huidige stuntploeg en die onder leiding van manager Claudio Ranieri daar ongeveer wel op. Ranieri’s kampioensteam was een meesterlijke counterploeg: de snelheid en doelgerichtheid van de pijlsnelle Vardy en de individuele genialiteit van linkspoot Riyad Mahrez waren de twee grote aanvalswapens van een ploeg die het verder vooral moest hebben van compact verdedigen op de eigen helft, met stofzuiger N'Golo Kanté als onbetwiste uitblinker.
Het huidige Leicester City is qua stijl en spelinsteek het spiegelbeeld van de kampioensploeg van vier jaar geleden.