Arne Slot staat in de gang met kleedkamers op sportcomplex Varkenoord. Hij grijnst. ‘Als je op je eerste werkdag bij Feyenoord hoort dat Steven Berghuis vertrekt, je beste speler, dan raak je niet snel in de war van dit soort situaties.’ Het is woensdagmiddag en ondanks dat zijn team voor de verandering eens een oefenwedstrijd op eigen veld heeft gewonnen, gaat het na afloop nauwelijks over die 6-1 zege tegen NAC Breda.
Het gaat vooral over spelers. Over fitte én niet fitte spelers. Over gehaalde én nog niet gehaalde spelers. Over vertrokken én gebleven spelers. En over alle consequenties die dat heeft voor zijn werk. Slot: ‘Met het trainen van automatismen bij de opbouw, moeten we telkens weer opnieuw beginnen als er iemand wegvalt of bijkomt.’ Hij hoeft dan ook niet lang na te denken wanneer hem wordt gevraagd om de voorbereiding van Feyenoord in één woord te vatten: ‘rommelig’.