Karim Benzema voetbalt op instinct. Hij vertelde een half jaar geleden in een paginalang interview met Onze Mondial dat hij niet bezig is met zijn statistieken. Hij erkende wel dat hij nooit beter en dominanter is geweest dan de laatste pakweg anderhalf jaar. Fitter ook. En dat zijn doelpuntenaantal bijna is verdriedubbeld. Daardoor is hij logischerwijs meer in de picture komen staan.
Los van zijn goals, betoogt Benzema, is hij precies dezelfde voetballer als hij was in de jeugd van Lyon of in de periode dat hij samenspeelde met Cristiano Ronaldo. Hij is nooit maniakaal bezig geweest met scoren alleen. Hij wil de bal voelen, dribbelen, duels uitvechten, met een hakje een verdediger op het verkeerde been zetten, een lange bal in één keer doodleggen en daarna een medespeler vrij voor de goal zetten. Hij is in zijn hele doen en denken pleintjesvoetballer gebleven. Het pure spel is wat hem drijft.