Ajax telt af naar een belangrijke voetbalavond. De Amsterdammers hebben in de voorbije jaren naam gemaakt in Europa en willen dolgraag weer schitteren over de landsgrenzen, maar moeten dan wel de Berlijnse storm zien te overwinnen.
Stadion An der Alten Försterei. Een mini-stadion, met op drie van de vier zijden louter staantribunes. Alleen op de hoofdtribune zijn er rode stoeltjes om op te zitten. Het is een geliefde plek voor groundhoppers, al decennialang. Toen 1. FC Union Berlin nog in de lagere divisies van het Duitse voetbal bivakkeerde, reisden stadionfetisjisten af naar het zuidoosten van Berlijn, gelegen in de wijk Köpenick. De tribunes beginnen bijna al op de zijlijn en de fanatieke aanhang zorgt volgens kenners voor een unieke en imposante voetbalsfeer in het onderkomen, dat veel weg heeft van stadions als De Adelaarshorst of Monnikenhuize.
Gisteravond iets na half acht stopte de spelersbus van Ajax voor het stadion. In de ochtend hadden de spelers achter gesloten deuren getraind in Amsterdam, vooral met de nadruk op tactische elementen, waarna in de middag de vlucht van een klein uurtje volgde. In de avond volgde de zogeheten walk around in het stadion. De Ajacieden slenterden even over het veld, keken naar de tribunes en inspecteerden het gras. Na de Europese bezoekjes van dit seizoen aan Anfield, Stadio Diego Armando Maradona en Ibrox Stadium is dit wel even een heel ander segment.