Carlos Aalbers is sinds deze week officieel terug als technisch directeur van NEC. De 58-jarige oud-voetballer van de Nijmeegse club legde woensdag tijdens zijn presentatie in het Goffertstadion uit waarom hij na twee eerdere pogingen van NEC nu wel toehapt. Daarnaast vertelt hij over zijn visie als technisch directeur en de ervaringen die hij sinds zijn vertrek in 2013 opdeed.
De afgelopen jaren keerden meerdere clubiconen terug in Nijmegen. Zo ging Jasper Cillessen Aalbers eerder dit jaar al voor. Daarvoor keerden Lasse Schöne en Edgar Barreto terug in De Goffert. De drie spelers, inmiddels allemaal in de dertig, waren het over één ding eens: bij NEC was niet veel veranderd. Dezelfde mensen, hetzelfde stadion, hetzelfde gevoel. Aalbers verbaasde zich juist toen hij weer voet op Nijmeegse bodem zette. 'Ik ben hier de afgelopen jaren weleens geweest als ik naar wedstrijden kwam kijken, maar dan liep ik buitenom. Vorig jaar zag ik al dat het stadion van binnen is aangepakt, maar toen ik maandag binnenkwam, was ik verbaasd over de opgepimpte faciliteiten. Dat is echt een groot verschil. De kleedkamer, de kantoren, de velden. De omgeving is inspirerend.'
Aalbers had zijn huiswerk gedaan voor zijn presentatie bij NEC. Zo begon hij met een verhaal van Voetbal International over het technisch directeurschap. In de afgelopen twee jaar zagen 21 (!) van de 34 Nederlandse bvo's hun hoogste technische baas vertrekken. 'Het is eigenlijk het kerkhof van de beleidsbepalers', begon Aalbers woensdag. 'Er wordt een technische man gezocht voor honderd uur per week, in een complexe omgeving. Ik kom van AZ, een club waar ik het naar mijn zin had en waar alles stond als een huis. Dan word je gevraagd door een club waar sinds mijn vertrek in 2013 het technisch beleid in negen verschillende samenstellingen is bepaald.'