Memphis Depay is aan de slag gegaan als spits van Corinthians. Een andere illustere Oranje-international ging hem voor in de Braziliaanse competitie. Eind 2012 is de dan 36-jarige Clarence Seedorf bezig het voetbalgekke land te veroveren. VI-verslaggever Simon Zwartkruis ging bezoek bij de huidig KNVB-commissaris.
Vanuit zijn huis heeft Clarence Seedorf een panoramisch uitzicht over de beroemdste stadsstranden ter wereld. Links baden Ipanema en Copacabana in de zon, pal voor zijn neus golft de branding van Leblon, op rechts rijst de statige tweelingberg Morro Dois Irmãos boven de kustlijn uit. De ramen van zijn appartement reiken van plafond tot vloer, een comfortabele ligstoel biedt het optimale uitzicht. ‘Ik hoef niets speciaals te doen om van deze prachtige stad te genieten’, lacht Seedorf en hij maakt een wijds gebaar richting zee. ‘Dit plaatje spreekt voor zich. En ook tijdens mijn dagelijkse ritje naar het stadion kijk ik mijn ogen uit. Rio is een feest voor het oog.’
De volgende ochtend blijkt wat Seedorf bedoelt. Stipt om kwart voor acht draait hij iedere dag zijn auto de boulevard op, voor de drie kwartier durende tocht naar het noordelijk gelegen stadsdeel Engenhão. Het tropenrooster van Botafogo heeft zijn levensritme veranderd. In Italië waren de avonden lang en de ochtenden kort, in Brazilië is het precies andersom. ‘In Europa had ik altijd een hekel aan vroeg trainen’, zegt Seedorf, terwijl de kleurrijke straten van Rio langzaam tot leven komen. ‘Maar hier is het heel normaal, vanwege het klimaat. Je komt vanzelf in een ander ritme. Vroeger naar bed, eerder opstaan, je went eraan. En ik kan mijn tijd op de club goed gebruiken.’
Hij maakt lange werkdagen in het Olympisch Stadion van Rio, de thuishaven van Botafogo. Seedorf heeft er een gewoonte van gemaakt als eerste speler binnen te komen en als laatste te vertrekken. Want bij zijn nieuwe club is hij meer dan voetballer alleen. Een doorsnee dag begint met een training van negen tot elf uur, een nazit met ploeggenoten op het strak geschoren veld en een lunch in het spelersverblijf. Daarna zwerft Seedorf urenlang door de catacomben van het vijf jaar jonge stadion, van de trainerskamer naar het managementkantoor, van de medische ruimte naar het krachthonk. Overal deelt hij zijn kennis, opgedaan tijdens een carrière die hem langs Ajax, Sampdoria, Real Madrid, Internazionale en AC Milan voerde.