Mark Parsons is weg. Een opvolger onderweg. Het wachten is op de witte rook in Zeist, dat gaan niet lang duren als het goed is. De KNVB deed er de vorige keer negen maanden over om een bondscoach te vinden. Een Engelse parttimer zonder de benodigde papieren met nul ervaring als bondscoach was het resultaat. Dat kan sneller en beter. Vier telefoontjes moeten genoeg zijn.
Deze week rolde toch nog verrassend snel het goede nieuws binnen. Het tijdperk Parsons is voorbij. Goed nieuws omdat het domweg pijn aan de ogen deed om de demontage van zo’n mooie ploeg een jaar lang op de voet te moeten volgen. Parsons valt weinig te verwijten, jong en gretig begon hij aan een bij voorbaat kansloze missie. Je kunt niet als parttimer een van de beste ploegen ter wereld gaan leiden, laat staan dat je die ook nog kunt gaan verbouwen.
Dat hij de baan accepteerde, valt nog wel te begrijpen. Hij had de benodigde papieren niet, geen enkele ervaring als bondscoach en mocht ook nog eerst een half jaar zijn club in Portland blijven coachen. Zeg dan maar eens nee tegen een van de mooiste jobs denkbaar als amper dertigjarige, die naam wil maken in Europa. Nee, de grote fout lag natuurlijk bij de mannen die hem aanstelden. Zelfs een doelstelling ontbrak, als we de coach mogen geloven.