Hoe gaat het met onze jongens in het buitenland? In de rubriek Scout van Oranje belichten we na ieder speelweekend een Nederlander. Van een bepalende speler van Oranje tot iemand die volledig uit beeld is geraakt, van Virgil van Dijk tot Vincent Janssen. In de zevende aflevering aandacht voor Luuk de Jong, die in de problemen verkeert bij Sevilla.
Het gaat uitstekend met Sevilla. De club staat na zestien speelrondes met een aardige marge derde en stevent af op kwalificatie voor Champions League-voetbal. En dat na een zomer waarin de selectie flink verbouwd is. Er wordt veel verwacht van voormalig Real Madrid-trainer en Spanje-bondscoach Julen Lopetegui als regisseur van het nieuwe project. In het spoor van de coach zijn liefst vijftien nieuwe spelers naar Estadio Ramón Sánchez Pizjuán gekomen. Natuurlijk is het onmogelijk dat zij allemaal een grote rol spelen, maar De Jong behoort tot de categorie spelers die geen gokje mogen worden genoemd. Sevilla legt afgelopen zomer 12,5 miljoen euro neer voor de topscorer van PSV.
Voor De Jong komt een grote wens uit. Bij zijn goede prestaties bij PSV heeft hij altijd voor ogen nog één keer de stap naar het buitenland te maken. De spits krijgt direct het vertrouwen van Lopetegui, in tegenstelling tot Munas Dabbur, de Israëliër die ook gehaald is voor de 9-positie. De Jong blijft in zijn eerste maanden ook de laat aangesloten aankoop Javier Hernández voor en maakt op 10 november het winnende doelpunt in de derby tegen Real Betis. Dat is direct ook zijn laatste tot nu toe. De hiërarchie is verleden tijd. Na twee goals in zijn eerste dertien La Liga-duels zit De Jong zondagavond op de bank tegen Osasuna. Pijnlijker is nog dat niet hij, maar Dabbur invalt bij het slotoffensief. We bekijken hoe dat zo is gekomen.