De coronacrisis laat zich nu echt voelen bij Feyenoord. De club is achter de schermen bezig met een noodplan. Alle scenario’s zijn denkbaar, van een nieuw loonoffer – waar spelers, staf en directie opnieuw om is gevraagd – tot een eventuele reorganisatie na de zomer. Het maakt de kwartfinalewedstrijd van morgen in het KNVB-bekertoernooi tegen SC Heerenveen nóg belangrijker.
Met de 5-0 zege op Willem II deed Feyenoord afgelopen zondag goede zaken, want stiekem hebben de spelers plek twee nog niet uit hun hoofd gezet. Dat zou plaatsing voor de voorronde van de Champions League betekenen, met de Europa League als vangnet. Ook de route naar Europees voetbal via de KNVB-beker ligt nog open, al vindt Feyenoord – mocht het vandaag (woensdag) SC Heerenveen verslaan – Ajax op zijn weg in de halve finale. Maar dan nóg: niks is onmogelijk, er is veel om voor te voetballen en het spel na rust tegen Willem II geeft moed, zeker nu de selectie bijna weer helemaal compleet is. Justin Bijlow maakte zijn rentree, Orkun Kökcü viel in. Feyenoord lijkt klaar voor de beslissende maanden van het coronaseizoen 2020/21.
Trainer tevreden, spelers happy en de directie ook, totdat een uur na de wedstrijd de realiteit weer indaalt. Het potje in De Kuip leverde drie punten op, maar kost de club negen ton aan omzetverlies. Zo gaat dat al sinds 8 maart 2020, het laatste thuisduel in een vol stadion, met… Willem II. Al bijna een jaar lang kost het spelen van wedstrijden in De Kuip dus bijna een miljoen euro per keer. En met wat er nog aankomt – zes duels, exclusief de eventuele halve finale tegen Ajax – loopt het totale verlies op tot ongekende hoogte. Feyenoord heeft zich gecommitteerd aan een terugbetalingsclausule van 85 procent. Het totaalbedrag zal gigantisch zijn.
Het potje tegen Willem II leverde drie punten op, maar kost Feyenoord negen ton. Zo gaat dat al sinds 8 maart 2020
De club moet dat zien te compenseren in het zwartste scenario. Dat is als alle supporters het geld voor hun seizoenkaarten terugvragen. De verwachting – en vooral hoop – is dat ze dat niet allemaal zullen doen, maar laat het de helft zijn. Dan kruipt de som alsnog richting de miljoenen. Bij FC Groningen zag 75 procent af van restitutie, zodat de schade daar nog enigszins meeviel. Feyenoord komt binnenkort ook naar buiten met een campagne waarin de club de steun van haar fans vraagt.
Loyaliteit
Het is niet iets waar ze naar uitkijken in De Kuip, omdat de club niet steeds op de loyaliteit van de supporters wil teren. Het zou net als bij veel andere clubs bovendien de tweede keer zijn dat er om steun wordt gevraagd, nadat het laatste deel van het vorige seizoen werd afgelast en fans zodoende ook al een aantal duels – waarvoor ze wél hadden betaald – moesten missen. Bovendien: straks in april begint de verkoop van seizoenkaarten voor 2021/22. In feite komt het erop neer dat de club dan tweemaal langskomt: één keer met de vraag of de supporters willen afzien van het bedrag en – hypothetisch – een paar weken later met het verzoek weer een seizoenkaart te nemen.
Het blijft een delicate kwestie: geld vragen van personeel, maar wel een spits uit Argentinië halen die niet speelt
Feyenoord beseft dat het zelf ook veel moet doen om het aanstaande verlies enigszins te kunnen opvangen. Ook daarover lopen momenteel gesprekken, want ook dit is niet nieuw. Eerder vroeg de club al een loonoffer van haar personeel. Ook leverde iedereen vakantiedagen in en werden tijdelijke contracten niet verlengd. De vraag is: kan dat nóg een keer? Het blijft een delicate kwestie: geld vragen van personeel, maar wel een spits uit Argentinië halen die niet speelt.
Zo’n reflex valt te verwachten, ook al moet Feyenoord er juist alles aan doen Europees voetbal veilig te stellen; daarover straks meer. Maar wie weet volstaat een loonoffer niet eens meer en zal de club moeten teruggrijpen naar zwaardere maatregelen, zoals een reorganisatie. Probleem is dat in deze coronacrisis de wereld over twee maanden er weer anders kan uitzien. Stel dat de club reorganiseert, maar daarna een goede transferwindow draait en de stadions weer opengaan voor publiek. Dan moet Feyenoord de organisatie opnieuw optuigen. Het is, zoals iemand het intern omschrijft, een duivels dilemma.
Niettemin moet deze crisis intern voelen als een sprong terug in de tijd, naar 2010, toen de cijfers zó rood waren door de schuld van bijna veertig miljoen, dat alleen een kapitaalinjectie van de Vrienden van Feyenoord (VvF) redding kon brengen. Verschil met nu is dat Feyenoord niet de enige is, iedere club gaat hiermee te maken krijgen. Bovendien hebben de Rotterdammers in de afgelopen tien jaar dan weliswaar niet alles goed gedaan, maar wel geprobeerd de checks and balances in orde te houden. Voor het eerst sinds jaren kon de club voor een aantal seizoenen op rij een positief eigen vermogen overleggen, iets wat zij ook nodig heeft voor de bouw van een nieuw stadion.
À propos, het stadion... Dat hangt al als een molensteen om de nek en nu helemaal. Los van de vraag of het er komt, of beter: of het nog wel verantwoord is dat het er kán komen, teert de club nu snel in op dat eigen vermogen. Daarbij kan de hele soap rond het nieuwe stadion in Feyenoords nadeel werken. Er zijn supporters die best willen afzien van hun geld, maar níét als dat wordt gestoken in de plannen voor Feyenoord City. De club zegt dat dit niet zal gaan gebeuren.
Vicieuze cirkel
Zoals vaak dreigt alles zich dus in een vicieuze cirkel te voltrekken, die – als de club niet oppast – straks niet meer te doorbreken valt. Want ook sportief gaat zij er uiteindelijk problemen van ondervinden. Feyenoords voordeel is dat het na jaren weer wat waarde heeft op het veld. Marcos Senesi is de cashcow in De Kuip, maar ook spelers zoals Orkun Kökcü, Tyrell Malacia, Justin Bijlow en Lutsharel Geertruida kunnen in de toekomst voor een goede transfersom worden verkocht. De kans bestaat dat dit nu eerder gebeurt, noodgedwongen. Hoewel Feyenoord zijn contract wil verlengen, lijkt het bijna uitgesloten dat Senesi volgend jaar nog in Rotterdam speelt. Daarbij zal de club ook afscheid willen nemen van de grootverdieners in de selectie. Steven Berghuis is de beste speler, maar ook de best betaalde. Nicolai Jørgensen verdient bij Feyenoord eveneens een topsalaris, waarvoor eigenlijk geen (financiële) ruimte is.
De nieuwe trainer Arne Slot weet in ieder geval dat hij niet hoeft te rekenen op een budget om spelers te halen
De nieuwe trainer Arne Slot weet in ieder geval dat hij niet hoeft te rekenen op een budget om spelers te halen. Misschien dat de club een bedrag kan reserveren als zij erin slaagt een aantal voetballers te verkopen, maar Slot zal het in eerste instantie vooral moeten doen met wat er is, wat er komt en hopen op de ontwikkeling van jong talent.
In dat licht bezien is het bekerduel met SC Heerenveen van levensbelang voor Feyenoord. De club móét zich immers plaatsen voor Europees voetbal, bij voorkeur de (voorronde van de) Champions League of de Europa League. Lukt dat niet, dan moeten de Rotterdammers zorgen dat ze volgend seizoen in de Conference League spelen, het nieuwe derde Europese niveau; minder prestigieus en minder lucratief dan de andere toernooien. Los van de ontwikkeling van spelers op dat podium, heeft de club dat geld gewoon hard nodig.
Feyenoord verstopt zich overigens niet. De leiding zal binnenkort naar buiten treden met een plan voor de toekomst. Tot die tijd kiest de club ervoor nog niks te zeggen. ‘Niet omdat we dat niet wíllen, maar doordat we deze weken eerst met het personeel gaan bespreken hoe we de financiele problemen door corona het hoofd willen gaan bieden’, zegt mediamanager Raymond Salomon. ‘Daarna zullen we dat ook in alle openheid doen met de achterban.’
‘De beker winnen went nooit’
Wedstrijden zoals SC Heerenveen-Feyenoord, in de kwartfinale om de KNVB-beker, zijn duels waar Eric Botteghin voor leeft. ‘Lekker, wedstrijden van alles of niets’, zegt de verdediger van Feyenoord. ‘Als je in de competitie verliest, is dat vervelend, maar niet meteen cruciaal. Verliezen we woensdag (vandaag, red.), dan liggen we er gelijk uit. Dat aspect vind ik het mooie aan bekerduels. De spanning vooraf is ook iets anders, want je weet: je móét winnen!’
De beker kan een seizoen redden. Botteghin weet er alles van. Op het dieptepunt van de historische crisis in de jaargang 2015/16, waarin Feyenoord zeven nederlagen op rij leed, stond de verdediger op in het bekerduel met Roda JC. ‘In de verlenging maakte ik de winnende goal, uiteindelijk zouden we dat jaar de beker winnen. Voor mij is het nog steeds een van de belangrijkste doelpunten die ik heb gemaakt voor Feyenoord, naast die winnende bij PSV in het jaar dat we kampioen werden.’
Botteghin is bekerspecialist. De Braziliaan won er al drie. ‘Eén met FC Groningen, twee bij Feyenoord. Ik kan zeggen: het went nooit. Ik was net zo blij met mijn eerste beker bij FC Groningen als dat ik zal zijn als we ’m dit jaar mogen winnen met Feyenoord. Dat komt misschien ook doordat je weet hoe mooi het is, wat het losmaakt. Dan wil je dat allemaal wéér beleven, terwijl het voor ons gewoon ook een tastbare prijs is. Ik heb nog steeds de honger de mensen die vreugde weer te brengen. Zeker dit seizoen.’
Het is voor Botteghin zelf ook een apart jaar. Hij zou vertrekken, bleef toch, raakte geblesseerd en werd gepasseerd. Maar nu de nood hoog is, staat hij er weer. ‘Ik had mijn contract niet verlengd en dan ga je ervan uit dat je vertrekt’, zegt de verdediger. ‘Maar ik hield steeds contact Frank Arnesen en Dick Advocaat. Ik had ook wel een goed gevoel overgehouden aan vorig seizoen. Door corona misten we de bekerfinale en in de competitie hadden we het gat met Ajax en AZ bijna gedicht, terwijl we die ploegen nog zouden krijgen. Voor mijn gevoel stond er een goede basis waarop de club verder kon en ik zag het zelf zitten er wel weer deel van uit te maken. Toen zijn we alsnog een contract overeengekomen. Ik heb er nooit spijt van gehad.’