Vitesse verkeert in zwaar weer. Nu ook op sportief gebied. De rode lantaarn is in Arnhem beland. Doemdenkers zagen het al weken aankomen, nu is het werkelijkheid. Een verslag vanuit het crisiscentrum.
Besloten trainingen, crisisgesprekken, noodkreten van supporters, meningen van buitenaf. Vitesse is de nummer achttien, het is aan alles duidelijk. Beoogd eigenaar Coley Parry is een paar dagen in Arnhem om de geplaagde club met raad en daad bij te staan. Hij loopt opmerkelijk opgetogen rond op Papendal. Algemeen directeur Peter Rovers en technisch directeur Benjamin Schmedes onderkennen de situatie en trainer Phillip Cocu weet dat hij onder druk staat. Niet winnen van Heerenveen en er kan zomaar een nieuw hoofdstuk aan een rumoerig seizoen worden bijgeschreven. Niet dat de overtuiging er is dat het onder een andere trainer beter zal gaan, maar de wetten van de voetballerij gelden nu eenmaal ook in Arnhem.
Er heerst degradatiestress. En niet zo’n beetje ook. Alle alarmbellen rinkelen. De paniekknop bevindt zich binnen handbereik. Niemand in Arnhem en omstreken die deze week de aloude en vertrouwde Teletekst-pagina 819 opzocht. Vitesse belandde vorig weekend op plek achttien in de Eredivisie. Schaamte en berusting overheersten. Supporters, spelers, staf, directie, iedereen werd geconfronteerd met de keiharde realiteit. De 5-1 nederlaag bij Go Ahead Eagles was niet alleen aangekomen als een mokerslag, het betekende ook dat Vitesse op dit moment de slechtst presterende Eredivisie-club van het land was. Want zo is het gewoon. Tijd voor nuance is er niet meer, excuses tellen niet, onder ogen zien hoe het is, is de belangrijkste opgave.