De mooiste paradijsvogel die ooit op de Nederlandse velden neerstreek, was Romário de Souza Faria. Vandaag wordt hij 52 jaar. Nu ondenkbaar, maar de Braziliaanse vedette, die in 1994 zou worden uitverkozen tot Wereldvoetballer van het Jaar, speelde vijf seizoenen voor PSV. Voor de speciale uitgave over de beste buitenlandse voetballers die ooit actief waren in de Eredivisie ging VI op zoek naar herinneringen en anekdotes in Brabant.
‘Die eerste maanden stond hij meer dan eens op het punt in het vliegtuig te stappen en niet meer terug te komen’, zegt Domenico La Sala over de man die niet alleen zou uitgroeien tot boezemvriend, maar ook tot een van de beste spelers in de geschiedenis van PSV, Eredivisie en wereldvoetbal. Het zag er aanvankelijk niet naar uit. Italiaan La Sala ziet de verdrietige oogopslag van zijn kleine vriend nog levendig voor zich. Och, wat had de Braziliaan het moeilijk in Nederland. De kou, de duisternis, de taal, de regeltjes. La Sala probeerde hem keer op keer gerust te stellen, puttend uit zijn eigen ervaringen als immigrant in Nederland. Ook hij was begin twintig toen hij zon en zee verruilde voor gekookte aardappelen en gesloten gordijnen. Ook hij had verschrikkelijke heimwee, en nog altijd. Maar met de tijd leerde hij de eigenaardigheden van zijn nieuwe thuisland accepteren en bouwde hij er een succesvol bestaan op. La Sala bleef het zeggen: ‘Wanhoop niet, blijf positief, het komt goed.’
‘Die eerste maanden stond hij meer dan eens op het punt in het vliegtuig te stappen en niet meer terug te komen’
En het kwam goed met Romário, al zou de hunkering naar de moederschoot nooit verdwijnen. Andere constanten in de loopbaan van Het Goddelijke Kanariepietje waren doelpunten, duizelingwekkende dribbels en een legendarische eigenzinnigheid.
‘Ik doe wat ik wil.’ Het zinnetje zit in Romário, Onze Lieve Heer van Eindhoven, een VARA-documentaire van begin jaren negentig. De hoofdpersoon vat zichzelf samen in die vijf woorden, met onschuldig gezichtje gelispeld in een Amsterdamse gymzaal. Het is twee dagen voor de wedstrijd tegen AC Milan in de Champions League. Romário was die ochtend niet verschenen op de training van PSV. Want: ‘Beeetsje koppijn.’ Die belette hem niet een potje zaalvoetbal te spelen met vrienden. Of dat wel mag van PSV, informeert de documentairemaker. ‘Ik mag alles’, aldus Romário, even daarvoor bevriende bierbuiken dol dribbelend. En twee dagen later scorend tegen AC Milan, natuurlijk. Een half jaar later vertrok de Braziliaan naar Barcelona.
Anno 2017 worden de verhalen over het in alle opzichten ongrijpbare fenomeen nog altijd gretig doorverteld. Op herinneringsjacht in Eindhoven en omstreken.