In Balverliefd elke week aandacht voor de gang van zaken achter de schermen van het voetbal en opvallende gebeurtenissen aan de rand van het veld. Deze week over Kemy Agustien, die na – ook letterlijk – zware jaren zijn voetballoopbaan hoopt te reanimeren.
Een asgrauwe lucht hangt boven Holker Street. Het 110 jaar oude optrekje van de Engelse vijfdedivisionist Barrow AFC piept en kraakt in een stevige decemberwind. Het dak van de hoofdtribune lekt, maar het zit er nog wel op. Dat is al heel wat. Een jaar geleden was een deel van de overkapping na een stevige windvlaag nog terug te vinden op de nevengelegen Wilkie Road. Hier, in de noordwestelijke uithoek van Engeland, is het moderne voetbal ver weg. De notities tijdens een rondje om het speelveld: roestige tribunepalen, kapotgeschoten ruiten, gescheurd beton, een wirwar aan onbestemde kabels, bouwcontainers, sloop-afval, verwilderde koppen. Ongeveer achthonderd diehards hebben ondanks de vries-kou de tocht naar het stadion gemaakt. Er zijn zelfs nog 21 uitsupporters meegekomen vanuit Harrogate, een 150 kilometer verderop gelegen kuuroord. Als de gladiatoren het krakkemikkige clubgebouwtje hebben verlaten voor hun warming-up, slaat de wind ze meteen in het gezicht. Het zijn onzalige omstandigheden voor alle voetballers, maar toch zeker voor iemand die eerder op Old Trafford en Anfield speelde. Iemand die een vaste waarde was in de Nederlandse jeugdselecties en door Louis van Gaal en vele anderen als een groot talent werd aangemerkt. Iemand die op zijn 32ste, met zíjn balgevoel, nog in volle arena’s zou moeten spelen. En toch staat Kemy Agustien zich met een lach op zijn gezicht warm te trappen voor een wedstrijd in de krochten van het Engelse voetbal. Rillend van de kou, maar toch.