Twee bij twee meter is het commentaarhokje van Sierd de Vos. Maar hij sluit zijn deur, zet zijn koptelefoon op, knipt zijn scherm aan en wordt: El Sierd, kamikazecommentator met een Spanje-obsessie. Op reportage in zijn magische bezemkast. Een voorpublicatie uit VI’s Spanje-special die deze week verschijnt.
Een regenachtige zondagavond in Hilversum. Op het Mediapark loopt een man van middelbare leeftijd rond met een nors gezicht. Het is Sierd de Vos (60), de meest bewierookte en vervloekte voetbalcommentator van Nederland. Over een paar uur gaat hij voor Ziggo verslag doen van de wedstrijd tussen Barcelona en Sevilla. Hij lijkt er nog niet zo veel zin in te hebben. De Vos is een half uur later dan afgesproken.
‘Iets op de A12’, mompelt hij wat narrig als hij de redactieruimte binnenstapt. Op de redactie kijkt hij glazig om zich heen. Hoe het gaat? ‘Mwah.’ De Vos wrijft over zijn buik. ‘Gisteren nogal zwaar getafeld.’ Hij gaapt. ‘Eerst even eten maar.’
De commentator valt een studio binnen en ziet in de verte Danny Blind achter een desk staan, klaar om zo meteen een analyse van een of andere voetbalwedstrijd op de tv-kijkers los te laten. ‘Gefeliciteerd, hè’, roept De Vos. ‘Opa Danny!’ Blind herkent de stem uit duizenden. ‘Dank je, Sierd’, antwoordt hij lachend richting het halfduister.
De Vos vervolgt zijn weg naar de kantine en geeft onderweg geeuwend geschiedenisles over de studio en de mensen die erin werkten. Zelf loopt hij hier al een jaar of veertig rond. Het was in de nazomer van 1980, Nederland had in Italië een EK gespeeld om gauw te vergeten. Er vloeide nog wel een relletje uit voort: de KNVB bleek de spelerspremies zwart te hebben uitbetaald. De penningmeester werd daarop geofferd door de bond, tijdens een persconferentie sprak toenmalig sectievoorzitter Eric Vilé over een druppel die de emmer had doen overlopen. ‘Hoe vol zit die emmer van ú eigenlijk?’, klonk het ineens van achter uit de zaal. Verslaggevers draaiden zich om en keken in het brutale gezicht van een twintigjarige stagiair van het ANP: Sierd de Vos. De Studio Sport-kopstukken Kees Jansma en Theo Reitsma complimenteerden de journalistiekstudent met zijn uitstekende vraag. Een week later beleefde hij zijn eerste werkdag bij het toonaangevende sportprogramma. Hij begon als beeldbandredacteur. De Vos vertelt hoe hij met grote filmbanden door het Hilversumse gangenstelsel trok, in volle sprint zodat de beelden van pakweg FC Wageningen-AZ ’67 nog net op tijd gemonteerd konden worden voor de zondagavonduitzending. Hij was ook verslaggever, interviewer, reportage-maker, regisseur en presentator, voordat hij uitgroeide tot de meest spraakmakende commentator van Nederland.
Cultfiguur
Tijdens elke wedstrijd die de geboren Veldhovenaar verslaat, ontspint zich op de sociale media een parallel duel: tussen de fans en de haters van El Sierd. Voetballiefhebbers die vinden dat een wedstrijdreporter zijn werk zo onopvallend mogelijk moet doen, worden onpasselijk van De Vos. Maar er is ook een grote groep die juist geniet van zijn extatische kreten (‘Koekoek!’), restauranttips en triviale weetjes over de teckel van de tuinman van de linksachter.
Fanatiek lobbywerk uit die hoek bezorgde hem een eervolle status als commentator in het nieuwste FIFA-voetbalspel. Hij zat, naast zijn fulltimebaan, 96 dagen in een studiootje om zo ongeveer alle bestaande profvoetballersnamen in drie gradaties van hysterie in te spreken. Daarna begon hij aan een intensieve promotietournee voor het computerspel. Zo trad hij vorige week op in een van de grootste supermarkten van het land. ‘Ik ben zeshonderd keer op een selfie gegaan.’