In de serie Nabestaanden gaat VI op zoek naar de restanten van verdwenen profclubs. In het vijfde deel SVV, dat de laatste tastbare herinnering aan zijn verleden bijna kwijt is.
Op het nippertje werd onlangs een kleine ramp voorkomen. De aannemer die Sportpark Harga met de grond gelijk maakt was al bijna begonnen met het neerhalen van de tribune. Dat er binnenkort een afscheidsevenement (Hargabal) gepland staat voor de thuishaven waarop SVV honderden profwedstrijden speelde was hem even ontgaan.
Met sentiment moet je bij een sloper niet aankomen. Die ziet in Harga niets meer dan een vieze oude bende. Maar de manshoge brandnetels die op sommige plaatsen dwars door de staantribunes groeien vertellen stuk voor stuk een verhaal. Over wat is geweest, over wat had kunnen zijn en wat nooit meer zal komen. Het verval symboliseert de definitieve voltooiing van een levenscyclus.
Rotterdam is anno 2017 met drie verenigingen de stad met de hoogste profclubdichtheid van ons land. Het is echter slechts de helft van wat de stadsregio ooit te bieden had. Behalve Excelsior, Feyenoord en Sparta herbergde de Maasstad ook nog Xerxes. Dan was er Fortuna uit Vlaardingen en leverde Schiedam met HermesDVS en SVV ook nog twee verenigingen aan het betaalde voetbal. Zeven profclubs binnen een straal van hooguit twintig kilometer. En dan tellen we de verenigingen uit het iets verderop gelegen Dordrecht nog niet eens mee.
Met zoveel vissen in zo’n kleine vijver is het niet gek dat veel verenigingen uiteindelijk naar adem hapten. Van de verdwenen Rijnmondprofclubs hield SVV het verreweg het langste vol (tot 1991), hoewel vanuit de bond opgelegde verplichtingen als cao-lonen, een lichtinstallatie en een vak voor uitsupporters de club telkens fataal leken te worden. SVV hobbelde van redding naar redding. Totdat het in de jaren negentig zelfs kapotging aan de allerlaatste hulpactie. Maar over dat ironische gegeven later meer.