In de serie Nabestaanden gaat VI op zoek naar de restanten van verdwenen profclubs. In de vierde aflevering aandacht voor het betaald voetbal in Haarlem, én het mogelijke tweede leven daarvan.
Er was eens een tijd dat het navigeren naar een voetbalwedstrijd geschiedde aan de hand van lichtbakens. Na elke bocht, hoek of afslag verraadden de lichtmasten je locatie ten opzichte van het heilige gras. Aldus vonden generaties supporters de weg het spel, ook wanneer dit gespeeld werd op onbekend terrein. Zo ook in Haarlem, waar lichtmasten decennialang de weg wezen naar het stadion aan de Jan Gijzenkade. In 1907 werd hier voor het eerst gevoetbald, op 18 december 2009 speelde HFC Haarlem er zijn laatste profwedstrijd. Een maand later, de winterstop was net voorbij, ging de club failliet.
Zeven jaar geleden is het nog maar, zo kort. Maar door de toestand van het stadion lijkt het een eeuwigheid geleden. De lange zijde waar op het laatst de fanatieke fans huisden is met de grond gelijk gemaakt, wat fundamenten liggen weg te rotten in een hoekje. Het enige dat resteert van de staantribunes zijn heuveltjes gras achter de doelen. De hoofdtribune staat als enige nog overeind, maar verkeert in slechte staat. En de lichtmasten, de herkenningspunten waarop door de jaren heen duizenden fans navigeerden, zijn onthoofd. Het is een treurigmakende toestand, eigenlijk een inbreuk op de rijke geschiedenis van HFC Haarlem.