Op zijn veertiende heeft Daoud Bousbiba een lonkend perspectief op een glansrijke carrière. De talentvolle buitenspeler van Ajax is gewild door Barcelona. Tien jaar later is van die droom weinig over. Via TEC, FC Eindhoven, Gazişehir Gaziantep en Hassania Agadir is Bousbiba bij de amateurs van ADO'20 beland. Hij vertelt waarom het zo gelopen is: ‘Ik heb, achteraf gezien, te weinig geduld gehad.’
Tot zijn elfde had hij geen bal aangeraakt. Het was zijn juf op de basisschool die gek werd van de kleine druktemaker uit haar klas, en op een middag smekend naar Bousbiba’s moeder toeliep en vroeg: ‘Kan je die jongen alsjeblieft op voetbal zetten? Dan raakt hij tenminste érgens zijn energie kwijt.’
Voor haarzelf pakte die keus niet al te goed uit, want al gauw liep Bousbiba hooghoudend naar school. Iedere keer wanneer de bal de grond raakte, moest hij van zichzelf opnieuw beginnen en ging hij rechtsomkeert naar huis. Soms kwam hij wel een uur te laat, maar één ding was zeker: Bousbiba en de bal lieten elkaar niet meer los.