Twaalf man in een kantoor, hoog boven de stad. Uitzicht: Milaan. In iedere hoek een witte stenen leeuw. Het licht wordt gedimd. Er start een filmpje. Na drie seconden gaat het licht weer aan. ‘Kunnen we niet beginnen met een special effect? Dat ik zieken genees door een voetbalsok in hun nek te leggen? Dat bij een oude Italiaan, die onder Mussolini allebei zijn benen heeft verloren, na mijn handoplegging langzaam twee voetbalschoenen aan zijn stompjes groeien en dat ik die dan kus of zo? Noteer maar. Of laten we iets doen met een opensplijtende zee, dat ik daar met het hele elftal van Milan tussen die muur van water ga staan en dan tegen de Paus zeg: I’m Zlatan. Ik kus niet de grond. De aarde kust mij. Zet maar weer aan.’