De aanpak van deze Deense club is onderscheidend, maar ook omstreden
PRO

De aanpak van deze Deense club is onderscheidend, maar ook omstreden

FC Nordsjaelland is wat jeugdopleiding betreft een bijzondere club. Voetbal International stond afgelopen week in het teken van Nederland Opleidingsland en de manier waarop er in het voetbal met talent wordt omgegaan. In het kader daarvan kijken we naar de aanpak van de Denen, die wordt geprezen, maar ook bekritiseerd. Want naast Deense talenten leidt Nordsjaelland ook Ghanese voetballers op.

Als routinier ben je bij FC Nordsjaelland een vreemde eend in de bijt. Met een gemiddelde leeftijd van 21 jaar heeft de club al jaren verreweg de jongste selectie van de Deense Superligaen. Slechts drie spelers uit de huidige groep zijn ouder dan 23 jaar. Het beleid om de volle focus op de jeugdopleiding te richten, werpt zijn vruchten af. De negentienjarige Mikkel Damsgaard is de volgende zelfopgeleide speler die komende zomer voor een miljoenenbedrag vertrekt. Sampdoria wordt zijn nieuwe bestemming. Eerder werden Andreas Skov Olsen, Victor Nelsson en Mathias Jensen al voor veel geld verkocht.

Om een goed beeld te krijgen van de visie van Nordsjaelland kijken we kort naar de recente geschiedenis van de club. Nordsjaelland bestaat officieel pas sinds 2003, toen meerdere clubs uit de regio Noord-Zeeland (Nordsjaelland) fuseerden tot één grote club voor het hele gebied. In 2010 en 2011 werd er beslag gelegd op de Deense beker en in 2012 volgde de kers op de taart met het kampioenschap. Drie jaar later werd de club overgenomen. Niet door een rijke sjeik of een consortium, maar door een non-profitorganisatie. Met behulp de Pathways Group kocht de Brit Tom Vernon eind 2015. Vernon is de voorman van Right to Dream, een organisatie die jongeren uit Afrika de kans biedt om een opleiding te volgen.

Tom Vernon
© Right to Dream
Tom Vernon

Vreemd was de keuze voor Nordsjaelland niet, want Vernon was gericht op zoek naar een club die veel aandacht had voor de jeugdopleiding. Bij de Denen was hij daarvoor aan het juiste adres. 'Nordsjaelland is een club met een sterke eigen identiteit waarbij het ontwikkelen van jong talent hoog in het vaandel staat', sprak Vernon bij de presentatie van de overname. 'Door goed samen te werken met andere verenigingen heeft Nordsjaelland een van de beste jeugdopleidingen van Scandinavië ontwikkeld. We zien de overname van de club als een unieke kans om op de lange termijn nog meer talenten te ontwikkelen en Nordsjaelland sterker te maken.'

Right to Dream

Vernon was op dat moment al geen onbekende in de voetbalwereld. Hij werkte jarenlang als scout voor Manchester United, onder meer in Afrika. In 1999 richtte hij in Ghana de Right to Dream Academy op om daar talenten uit het land op te leiden. Niet alleen tot voetballers, maar vooral tot mensen met een bepaalde overtuiging. De naam van de organisatie verraadt het al: in Vernons overtuiging moet iedereen de kans kunnen hebben op een beter leven. Dat kan als voetballer zijn, maar als dat niet lukt, kan het ook in een andere bedrijfstak. Right to Dream zette daarvoor samenwerkingen op met universiteiten in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Meerdere studenten van de organisatie volgden daar al een opleiding. Inmiddels is Right to Dream een gerespecteerde voetbalopleiding waarvan jeugdteams regelmatig toernooien in Europa winnen.

De visie van Right to Dream zette Vernon door bij Nordsjaelland. 'We doen het hier op een andere manier', sprak Vernon tegen de Amerikaanse krant City A.M. 'Het liefst voetballen we met spelers die we zelf hebben opgeleid, die dezelfde waarden kennen en voetbal willen gebruiken als iets levensveranderends. Voetballers zijn rolmodellen. Kijk naar George Weah en David Beckham. Zij hebben het voetbal aangegrepen om ook buiten het veld geweldige dingen te doen. Maar ik heb het gevoel dat zij in de minderheid zijn. We willen voetballers opleiden die op die manier iets bijdragen in de wereld. Of dat nou voor de Deense competitie, de Champions League of het vijfde niveau van Engeland is. Dat is waar wij voor uit bed komen.'

'We hebben geleerd van de fouten van Ajax en Feyenoord'

In het verleden gingen Ajax en Feyenoord ook op zoek naar Afrikaans talent. De Rotterdammers hadden zelfs een eigen club in Ghana, Feyenoord Fetteh. Hoewel daar spelers als Nane Asare en Christian Atsu vandaan kwamen, werd de opleidingsclub geen succes. Vernon wilde het daarna anders aanpakken. 'We hebben gezien welke fouten Ajax, Feyenoord en Red Bull hier hebben gemaakt', zei Vernon tegen The Guardian. 'Ze kwamen naar Ghana en hebben eigenlijk totaal gefaald met hun ambitie om, bijna neo-koloniaal, de Europese manier van opleiden te kopiëren. Ze dachten dat dat zou werken in Afrika. Er zijn een paar grote redenen waarom de Europese manier van opleiden daar niet is aangeslagen. Wij hadden het geluk dat we toen nog klein waren, weinig geld hadden en konden toekijken hoe zij de dure fouten maakten. We hebben ervan geleerd, maar ook wij staan nog maar aan het begin.'

Vernon gaf toe dat hij als Brit ook maar weinig van Ghana wist toen hij voor het eerst in het land kwam. 'Maar ik had het geluk dat de Ghanezen mij bij de hand namen en het mij uitlegden. Een talent uit Oostenrijk of Nederland heeft altijd een plan B. Als ze niet slagen in het voetbal gaan ze verder met school. Kinderen in Ghana hebben geen backupplan. Wat denk je wat voor signaal het geeft als je na vijf jaar afscheid neemt van een talent omdat hij toch niet zo goed is? Naar wat voor omgeving stuur je hem terug en wat doet dat met de anderen? We zijn nu ook nog niet geslaagd. Onze studenten moeten de leiders en ambassadeurs van het Ghana van morgen worden, maar we zijn nog niet ver genoeg om te zeggen of dat is gelukt.'

Vernon koos Nordsjaelland ook uit vanwege hun visie op de jeugdopleiding. Eind 2016 sprak hij de ambitie uit om in 2019 of 2020 een elftal te hebben dat volledig bestaat uit zelfopgeleide spelers. Uit Denemarken, maar ook uit Ghana. Want talenten van Right to Dream zouden bij Nordsjaelland de eerste stap in het Europese voetbal kunnen maken. 'Het project heeft niet als doel om elf spelers uit Afrika ergens in Europa op het veld te krijgen', benadrukte Vernon, die in Denemarken ging wonen om 'het huwelijk' tussen Nordsjaelland en Right to Dream in goede banen te leiden. 'Het gaat erom dat we de filosofie van Right to Dream uitbreiden.' Die filosofie is gebouwd op zeven pijlers: zelfdiscipline, integriteit, initiatief, winnen, iets teruggeven, sociale intelligentie en passie.

Karaktercoach

Een van de eerste dingen die Vernon introduceerde bij Nordsjaelland was een hoofd karakterontwikkeling, die hij eerder al aanstelde in Ghana. 'Daar hadden talenten vaak veel voetbalkwaliteit, maar ze misten karakter. Er werd niet gekeken naar het ontwikkelen van hun mentaliteit.' Vernon legde tegen FourFourTwo eveneens uit dat de structuur van jeugdopleidingen in Europa niet goed is voor spelers. 'Talenten krijgen alles en ik betwijfel of dat goed is. Het geeft ze niet de prikkel om iets achterna te jagen. Clubs verleiden talenten met van alles en nog wat omdat er zo veel concurrentie is. Vroeger moest je als jonge speler de kleedkamer opruimen of de schoenen van oudere spelers poetsen. Dat zal nu niet meer werken, maar het is belangrijk om spelers te leren wat karakter is. Ze moeten soms uit hun comfortzone worden gehaald.'

Een van de manieren om dat te doen is een reis naar Ghana. Vanaf de leeftijd van dertien jaar gaan talenten van Nordsjaelland op bezoek bij Right to Dream om ze te laten zien hoe gelukkig ze mogen zijn dat ze uit Denemarken komen. 'Ze zien wat kinderen in een derdewereldland hebben, vergeleken met een westers land. Het is erg belangrijk om ze te laten zien hoe het eraan toegaat in een land als Ghana. Op jonge leeftijd moeten ze zich realiseren hoe bevoorrecht ze zijn en dat ze hun voetbaltalent moeten aangrijpen om iets goeds te doen in de wereld.'

Om die reden is Vernon het ook niet eens met de FIFA-regel die clubs - in principe - verbiedt om spelers jonger dan achttien jaar aan te trekken. In zijn ogen weerhoudt dat tieners ervan om op jonge leeftijd te leren van anderen. 'De FIFA werpt een barrière op. Jongeren uit onze academie zijn regelmatig overgestapt naar een gerenommeerde school in de Verenigde Staten, terwijl ze jonger waren dan achttien jaar. Onze Deense talenten reizen naar Ghana om te voetballen en te leren en andersom gebeurt dat ook. Het voornaamste doel is om wereldburgers te vormen. De regels van de FIFA vormen een bedreiging voor de status van het voetbal als wereldwijd spel. De sport is veranderd en een goede opleiding is belangrijker dan ooit. Stel dat een getalenteerde speler toevallig in Niger wordt geboren, waar geen goede academie is en hij mag niet verhuizen tot hij achttien jaar is. Dan krijgt hij dus geen kans op een voetbalcarrière. Zo wordt het voetbal een sport voor de elite. Alleen als je toevallig op de juiste plek geboren bent, maak je kans.'

Maatschappelijk

Nordsjaelland draagt ook als club maatschappelijk iets bij. De Denen sloten zich in 2018 aan bij Common Goal, een organisatie waar Juan Mata bij betrokken is. Nordsjaelland doneert één procent van alle wedstrijdinkomsten aan het goede doel en veel medewerkers doen hetzelfde met hun loon. Daarnaast stond de club dit jaar voor de tweede keer stil bij Internationale Vrouwendag. Vorig jaar, toen er rond die tijd wél werd gevoetbald, traden spelers van de club aan met de namen van inspirerende vrouwen achterop hun shirt, bijvoorbeeld Beyoncé en Michelle Obama. In 2017 introduceerde Nordsjaelland ook een eigen vrouwenteam én een aparte jeugdopleiding voor vrouwenvoetbal. Het stadion van de club is inmiddels omgedoopt tot Right to Dream Park.

Ondertussen is Nordsjaelland bij de mannen een heel eind op weg met de ambitie om een elftal te hebben met enkel zelfopgeleide spelers. Daarvoor is 2019 in ieder geval niet gehaald en lijkt 2020 ook te vroeg te komen. Maar van de 31 spelers die dit seizoen minimaal één keer bij de wedstrijdselectie van Nordsjaelland zaten, komen er twaalf uit de eigen opleiding in Denemarken en zijn er negen afkomstig uit Ghana. Met Ivoriaan Mohammed Diomande erbij zijn dat tien spelers van Right to Dream. Een van de smaakmakers is Mohammed Kudus, die in 2018 overkwam uit Ghana en eind 2019 zijn debuut maakte in het nationale elftal. De centrale middenvelder scoorde dit seizoen negen keer in negentien wedstrijden en lijkt na Damsgaard de volgende speler die verkocht zou kunnen worden.

Net als veel andere clubs is Nordsjaelland aangewezen op het verkopen van talenten. De club beweert, net als Right to Dream, dat alle ontvangen inkomsten worden geherinvesteerd. Directeur Søren Kristensen zou het liefst zien dat Nordsjaelland niet meer afhankelijk is van de transfermarkt. 'Ons verdienmodel zou daarbuiten moeten liggen. De enige manier om dat te bereiken is om commerciële waarde te creëren rond de visie die wij als club hebben. Daar moet een waarde in zitten, want wij doen het op een unieke manier, echt anders. Dat commerciële gebied moeten we onderzoeken.' Kristensen dacht daarbij aan de interesse voor de 'heldenverhalen' vanuit Right to Dream en het zoeken naar sponsoren en partners die niet per se geloven in de voetbalindustrie, maar wel in de visie van Nordsjaelland.

Kritiek

Toch klonk er de afgelopen jaren ook kritiek. Op Nordsjaelland, maar vooral ook op Vernon en Right to Dream. Bij de Deense club lopen de toeschouwersaantallen terug en sinds de tweede plek in 2013 werd er geen topdrieklassering meer behaald. Voetbal is vaak een sport van de korte termijn, weet ook Vernon. De keuze om op de eigen jeugd te focussen heeft nu tot gevolg dat Nordsjaelland in de competitie simpelweg de ervaring mist om het echt goed te doen. De huidige vijfde plek is een juiste afspiegeling van de verhoudingen, met slechts drie spelers die ouder zijn dan 24 jaar. Vanuit de voetbalwereld wordt de aanpak van Nordsjaelland overigens juist bewierrookt. Verschillende clubs uit Duitsland en Engeland stuurden al delegaties naar Denemarken om een kijkje in de keuken te nemen.

De echte hoofdpijndossiers gaan over Right to Dream. In 2018 kwam er via Football Leaks namelijk naar buiten dat Vernon in 2010 een deal had gesloten met Manchester City. De Afrikaanse spelers van Nordsjaelland zouden onderdeel uitmaken van een economisch spel. Als City zou aankloppen, zouden deze spelers voor niets moeten overstappen naar Engeland. Daarnaast zou City meeprofiteren van transfers van spelers van Right to Dream. Dat alles zodat City voor een groot deel van de inkomsten van de academie zou zorgen. FIFPro-advocaat Wil van Mergen repte al over zeggenschap van een derde partij en dat spelers niets te zeggen zouden hebben. Dat eerste is verboden volgens de regels van de FIFA.

Vernon leek daarna even niet te weten wat hij moest zeggen. Eerst ontkende hij betrokkenheid van City, vervolgens zei hij dat het contract al jaren geleden was stopgezet om uiteindelijk te bevestigen dat er inderdaad een tienjarig partnerschap was gesloten met City. Vernon ontkende wel dat sommige spelers zonder keus naar Engeland moesten vertrekken. 'We hebben niets te verbergen', viel toen te lezen op de clubsite van Nordsjaelland. 'In 2010 had de organisatie het moeilijk vanwege de financiële crisis. Met alleen donaties en individuele sponsordeal redden we het niet. Onze spelers kregen de kans om mee te doen aan toernooien buiten Afrika en City was onder de indruk van het niveau. Ze zijn dit partnerschap aangegaan omdat ze geloven in onze manier van werken. Het is verre van zeker dat Right to Dream nu nog zou bestaan zonder de samenwerking met City.' De Engelse club verzorgde in de begintijd meer dan de helft van het totale budget van Right to Dream. Spelers als Thomas Agyepong, Divine Naah en Yaw Yeboah waren spelers die overstapten naar City en uiteindelijk nog op huurbasis speelden bij NAC Breda en FC Twente.

Daarmee hield het niet op voor Vernon. De Deense krant Politiken, die eerder al uitpakte met het Football Leaks-verhaal, bracht een maand later nog meer naar buiten over Right to Dream. Vier voormalig spelers van de academie vertelden over mishandelingen en de mentale druk waarmee ze te maken kregen in hun tijd op de opleiding. Een van hen is Collins Tanor, wiens vertrouwen naar eigen zeggen door Vernon werd misbruikt. 'Hij speelde spelletjes met ons en dat bezorgt me geen fijne gevoelens als ik eraan terugdenk. Ik wil dit veranderen. Als Right to Dream door wil gaan, moet het wel op de juiste manier gebeuren.'

Volgens Tanor werden studenten op de academie mishandeld. 'Het was er heel zwaar. Veel jongens wilden naar huis omdat het hen te veel werd en ze hun ouders misten. Ik bleef doorgaan omdat ik dacht dat het mijn familie op de lange termijn iets moois kon opleveren. Ik werd het uithangbord van de academie, we moesten vooral heel blij zijn met deze kans. Maar we zaten eigenlijk vast, acht jaar lang. Het deed met denken aan de serie Prison Break. En iedereen werd regelmatig gestraft, ik ook. We kwamen een keer te laat op school doordat we een bal waren kwijtgeraakt. Toen moest iedereen op een rij staan en werden we met een stok geslagen. Dat gebeurde in de eerste jaren.' Tanor vertelde ook over het niet krijgen van eten als straf en dat de jongens op hun knieën moesten zitten in de hete zon. 'Dat duurde dan twee tot drie uur.'

Right to Dream deed de aantijgingen af als 'onwaar, overdreven en uit de context gehaald'. Vernon gaf tevens een persconferentie. 'Deze aantijgingen zijn compleet onwaar.' Volgens Vernon heeft Right to Dream al jaren te maken met beschuldigingen vanuit Ghana waarbij voormalig studenten worden opgejut om dit soort uitspraken te doen. 'Dit komt van een kleine groep ontevreden, voormalige studenten. Right to Dream staat uiteraard geen mishandeling van studenten toe. In onze twintigjarige historie zijn er incidenten geweest, allemaal al een paar jaar geleden, waarbij onze regels zijn geschonden. Daarop hebben we direct actie ondernomen.' Vernon gaf toen ook aan dat hij de zaak naar de FIFA zou sturen om een einde te maken aan de aantijgingen. Tanor staat nog altijd onder contract bij City.

Zo pakt deze kleine club uit Denemarken het anders aan dan andere, met veel zelfopgeleide spelers in het eerste elftal, uit Denemarken én Ghana. Die belofte komt steeds meer uit, maar kijkend naar de kritiek moet Vernon oppassen dat zijn Right to Dream niet de organisatie wordt waar hij zich juist zo tegen verzet. Vernon heeft niks met clubs die spelers als een product zien. 'Ik wil bewijzen dat ontwikkeling ook op een andere manier kan. Mijn grote ambitie is om het spelletje op een positieve manier te veranderen.'