In de rubriek De Basis gaat Voetbal International op zoek naar bijzondere verhalen in het amateurvoetbal. Deze week over de (Zuid-)Amerikaanse avonturen van Vinnie Vermeer, middenvelder van UDI'19.
Een van de eigenaardigheden van een voetbalcarrière is de onvoorspelbaarheid ervan. De ene speler groeit uit tot een clubicoon, de ander belandt in onbekende oorden. Grote kans dat je bijvoorbeeld nog nooit hebt gehoord van Azogues, de hoofdstad van de Ecuadoraanse provincie Cañar. Dat was voor Vinnie Vermeer niet anders. Sta je als twintigjarig talent ineens met je koffer in het hart van Ecuador. Onbekend land, onbekende taal. 'Toen begon het avontuur aan de andere kant van de wereld', begint de middenvelder van UDI'19.
Vermeer komt voort uit de jeugdopleiding van PSV, speelde 25 profduels in het shirt van FC Eindhoven en vertrok vervolgens naar NAC. In Bredase dienst kwam Vermeer in contact met Piet de Visser. De meesterscout liet vallen nog een adresje in Ecuador te hebben. 'Daar zijn de voetballers technisch ontzettend vaardig en er wordt gespeeld met heel veel intensiteit', kreeg Vermeer te horen. Dat sprak hem aan. 'En alle spelers zagen Deportivo Azogues als een springplank. Een mooie club om je te ontwikkelen, veel te spelen en stappen te maken.'
'Het leek me geweldig om ooit in de MLS te kunnen spelen. Plotseling kwam Sporting Kansas City op mijn pad'
Dat ging een stuk sneller dan verwacht, want het verblijf van Vermeer op het tweede niveau van Ecuador bleef beperkt tot vier maanden. Niet omdat de middenvelder het niet naar zijn zin had, maar binnen afzienbare tijd diende zich de volgende kans aan. Niet zomaar een mogelijkheid, want The American Dream lonkte. 'Voorheen heb ik altijd gezegd dat de Amerikaanse sportbeleving me enorm trekt. Ook vanuit bijvoorbeeld het basketbal. Het leek me geweldig om ooit in de Major League Soccer te kunnen spelen. Voor ik het wist, kwam ik in contact met Sporting Kansas City en mocht ik eigenlijk meteen aansluiten. Dat kwam plotseling op mijn pad.'