Vader was international voor Curaçao, moeder een razendsnelle rechtsbuiten en broer Johnsen (29) een grote naam in het amateurvoetbal. Niet gek dus dat na Leandro (23) nu ook Juninho Bacuna (17) op het punt staat door te breken in de Eredivisie. VI trok naar Harkstede en ging op bezoek bij de meest getalenteerde voetbalfamilie van Nederland.
‘Wie is er eigenlijk de beste?’ We gooien de vraag in de groep. Niemand reageert. Ook Johnsen Bacuna (29) niet. De oudste van de drie broers is nog bezig een tegentreffer van zijn jongste broertje Juninho (17) te verwerken. Bayern München is zojuist op voorsprong gekomen tegen Real Madrid. De PlayStation bromt van genoegen. De rest van de familie kletst, eet, drinkt en volgt de verrichtingen van beide broers op het beeldscherm. Uitzondering is vader John, die zegt niet te geloven in videospelletjes. We proberen het opnieuw. ‘Wie is de beste?’ Na een korte aarzeling is het Leandro (23) die zich omdraait. ‘Dat ben ik. Niemand die mij aankan op de PlayStation. Echt niemand! Ik doe het dan ook al jaren. En op het veld? We hebben allemaal zo onze eigen kwaliteiten. Dat durf ik echt niet te zeggen. Misschien wel mijn moeder.’
Harkstede, woensdagmiddag. In een klein dorpje op enkele minuten van de stad Groningen ontmoeten we een van de meest kleurrijke voetbalgezinnen van het land. Een vader, een moeder en drie zonen, allen gezegend met een uitzonderlijk rechterbeen en luisterend naar de achternaam Bacuna. Vandaag komen ze samen om een nieuw hoogtepunt in de familiegeschiedenis te vieren. Vanmiddag tekent de jongste van de drie broers zijn eerste profcontract bij FC Groningen. Juninho is dit seizoen de jongste debutant in de Eredivisie en kreeg al aardig wat speelminuten. Hij treedt in de voetsporen van broer Leandro, die naast hem is gaan zitten. De verdediger van Aston Villa is speciaal voor de gelegenheid naar Nederland gekomen. Gisteravond landde hij op Schiphol en reed hij direct door naar het vrijstaande pand in Harkstede, dat hij enkele jaren geleden voor zijn ouders kocht. Morgen vliegt hij weer terug.
‘Ons geheim? Sterke genen en heel veel liefde’
Voor de Bacuna’s voelt het als Kerstmis, heel het gezin zo bij elkaar. In Harkstede wordt de agenda al jaren bepaald door de internationale speelkalender en die zit behoorlijk vol. Alleen in de vakanties is het gezin samen. Een nogal druk gezin trouwens. Aan de linkerkant van de woonkamer trapt kleinzoon Jarnelison tegen een bal, rechts bemoeien de mannen zich nadrukkelijk met de PlayStation. Terwijl vader John zich stort op de bediening, laat moeder Lucille het huis zien. Het is een klein voetbalmuseum vol foto’s, bekers en shirtjes. Bij binnenkomst viel de onorthodoxe kleurstelling al op. Het huis is overwegend wit met een paar groene accenten. We wanen ons in Stadion Euroborg. Het blijkt geen toeval. Moeder Bacuna wijst naar een trouwfoto. Achter een prachtige witte jurk herkennen we de klapstoeltjes uit De Groene Kathedraal. ‘We zochten een geschikte locatie voor onze trouwfoto’, vertelt Lucille. ‘Ik kende Groningen nog niet zo goed, maar mijn man en ik zijn allebei gek van voetbal. Dus koos ik voor Euroborg. Op dat moment speelde nog geen van de jongens bij FC Groningen. Dat vandaag onze tweede zoon een contract tekent, is een geschenk van boven. Het geheim? We geloven in goed eten, maar dat zal het niet zijn. Wat dan wel? Sterke genen en heel veel liefde. Elke voetballer heeft een sterke basis nodig.’
Leandro Bacuna: ‘Ik ga slagen in de Premier League’
Na een droomdebuut in de Premier League stokt de ontwikkeling van Leandro Bacuna. Werd hij vorig jaar nog gekroond tot de Nederlandse vrijetrappenkoning, dit seizoen zit hij vooral op de bank. Inmiddels hebben The Villans Tim Sherwood aangesteld als nieuwe trainer. Het vertrek van voorganger Paul Lambert biedt perspectief voor de rechtsback. Sinds de aanstelling van Sherwood is Bacuna weer in beeld. Hij was al belangrijk in het bekertoernooi én in de competitie. ‘Ik zal eerlijk zijn: dit is een moeilijk jaar voor mij. Na een mooi debuut met meer dan dertig wedstrijden, kwam ik op de bank terecht. We moeten natuurlijk niet vergeten dat het ook best wel een aardig niveau is hier in Engeland. Onder Sherwood zie ik weer mogelijkheden. Hij heeft een andere manier van werken en heeft me al de nodige kansen gegeven. Het is zaak dat we met Aston Villa snel punten pakken, we staan er nog altijd niet best voor in de Premier League. Ik wil slagen in de Premier League en het liefst bij Aston Villa. Nee, ik zeg het anders: ik gá slagen. Vorig jaar heb ik bewezen dat ik het niveau aankan. Als de trainer mij een eerlijke kans geeft, zal ik me bewijzen.’
International
We duiken in de familiegeschiedenis en komen uit in 1987. Het verhaal van de Bacuna’s begint als een vliegtuigje uit Curaçao de Amsterdamse grond raakt. Uit het gevaarte stapt Lucille Bacuna met haar één jaar oude zoon Johnsen. Ze zijn naar Nederland gekomen om de droom van John uit te laten komen. Hij werkt bij een hotelketen op Curaçao en wil hogerop. Wat ontbreekt is een diploma horecamanagement. Een papiertje dat hij alleen in Nederland kan halen. ‘Mijn vrouwtje ging eerst, ik ben zes maanden later die kant opgegaan’, vertelt John. ‘Mensen zeiden tegen me: “Dat moet je niet doen, is niks voor jou. Jij houdt van lekker weer, elke dag voetballen”. Ik wilde het maximale uit mijn leven halen en dus heb ik de gok genomen. Uiteindelijk is het gelukt. Het lekkere weer mis ik nog steeds. En het voetbal? Ik heb het in Nederland nog geprobeerd maar dat was toch anders. Hier was ik geen semi-prof maar amateur.’
In eigen land is John Bacuna een grootheid. Hij blijkt een balvaste spits te zijn geweest die pas in de nadagen van zijn carrière op het middenveld belandde. Achter zijn naam staat een dertigtal interlands. In Harkstede gaat het al snel over wedstrijden tegen Corinthians, Santos en Feyenoord, al bleef John in die laatste wedstrijd negentig minuten op de bank. De man die vandaag iedereen van thee en koekjes voorziet, moet een van de meest trefzekere spitsen uit de voetbalgeschiedenis van Curaçao zijn geweest. ‘Ik was best goed’, zegt vader. ‘Een grote, sterke spits. Rechterbeen, goed schot. Het zat in mijn familie. Maar vergeet ook het vrouwtje niet. Die heeft ook altijd gevoetbald. Ik speelde bij Jong Colombia, zij bij Jong Colombia Angels. Ze was een snelle rechtsbuiten, zat in alle vertegenwoordigende elftallen. Ze was een van de meeste talentvolle speelsters van haar lichting. Net als haar zus, die voetbalde ook.’
Lucille mengt zich in het gesprek. ‘Ik heb van mijn achtste tot mijn 21 gevoetbald. Tot de geboorte van mijn eerste zoon. Je kunt wel zeggen dat mijn man en ik op een aardig niveau hebben gevoetbald, ja. Vooral mijn man. Op het eiland weet iedereen wie hij is. Zelf vind ik het vooral mooi dat ik in alle drie de zonen iets van onszelf terugzie. Mijn man was dus een spits die later op het middenveld ging spelen. Leo en Ninho hebben zich die posities ook eigen gemaakt. Ik was een echte rechtsbuiten. Johnsen lijkt wat dat betreft op zijn moeder. En allemaal een goed rechterbeen. Hebben ze bij de geboorte meegekregen.’
De familie Bacuna vestigde zich in Groningen. Ze betrokken een klein flatje dat net groot genoeg bleek toen vijf jaar later Leandro werd geboren. John ging voetballen bij Velocitas en koos na de horeca voor een baan in de jeugdzorg. In de weekenden voetbalde heel het gezin op straat, in de voetbalkooi om de hoek. Buurtbewoners keken hun ogen uit als naast twee kleine mannetjes ook vader en moeder elkaar uitdaagden.
Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Johnsen werd uitgenodigd voor de talentendagen van FC Groningen. Uiteindelijk werd hij te licht bevonden, maar bij buurman SC Heerenveen kreeg hij wel een kans. Uiteindelijk redde de oudste, die door velen wordt bestempeld als de meest talentvolle van de drie, het net niet. Tegenwoordig is Johnsen smaakmaker bij Harkemase Boys in de Topklasse. Vader John heeft er inmiddels vrede mee. ‘Hij had enorm veel talent en dat heeft hij nog steeds. In het noorden had je altijd van die grote, Hollandse kerels. Johnsen was een tenger mannetje dat alleen maar wilde passeren. Bij Heerenveen heeft hij het tot zijn zestiende volgehouden. Vervolgens ging hij naar de amateurs. Toen nam ook de interesse in de voetballerij af. Zonde, al speelt hij nog altijd op een goed niveau.’
Johnsen zelf blijft uit de spotlights. Hier in huis speelt hij wat met zijn kinderen en praat hij bij met zijn broertjes. Zonder ooit zelf de Eredivisie te hebben gehaald, is hij al die jaren een rolmodel geweest voor de andere twee Bacuna’s.
Droomtransfer
Half drie. Over een uur mag de jongste Bacuna het glas heffen op een succesvolle toekomst in Euroborg. Tijd voor vertrek. Net als vroeger is het moeder Lucille die haar jongens moet aansporen haast te maken. Als laatste loopt Leandro richting de auto. Gistermiddag stond hij nog op het trainingsveld in Birmingham, vanavond vliegt hij terug. Het vliegschema is allesbehalve ideaal, maar voor zijn broertje heeft hij alles over. De bekendste Bacuna schiet in de lach als we reppen over de grootste voetbalfamilie van Nederland. ‘FOX staat hier hele dagen aan. Wedstrijden kijken ze zonder moeite drie, vier keer. En als mijn broers er zijn, staat de PlayStation aan. Alleen maar voetbal, voetbal, voetbal. Altijd zo geweest. Johnsen en ik deden veel aan straatvoetbal, mijn kleine broertje deed later gewoon mee. Ballen tegen jongens die tien, twaalf jaar ouder waren. Geen probleem. Waarom we allemaal zo ver zijn gekomen? Dat komt door mijn ouders. Ze leven voetbal, ze ademen voetbal. Streng waren ze ook. Maar ik heb enorm veel van ze geleerd.’
Voor Leandro werd het serieus toen hij op negenjarige leeftijd wél werd toegelaten tot de Groningse jeugdopleiding. Op de club was iedereen enthousiast, thuis was er kritiek. ‘Wij waren anders dan andere ouders’, herinnert vader John zich. ‘Na een wedstrijd, als de jongens bij ons in de auto kwamen, was het raak. Veel ouders zeggen dan: Goed gedaan, je was fantastisch! Wij waren kritisch. We zeiden dan: Je aanname kon beter, bij die tweede goal had je af moeten spelen. De jongens waren het er vaak niet mee eens. Dan volgde er de bekende ja maar. Wat wij dan zeiden? Ja maar bestaat niet. Volgende week moet het nog beter.’
Leandro kijkt vol bewondering naar zijn vader. Daar is weer die glimlach. ‘Ik mocht ook veel minder dan mijn vriendjes, werd beschermd opgevoed. Neem mijn broertje. Ik wil niet zeggen dat hij geen vrienden heeft, maar hij gaat vooral met familieleden om. Alles draait om zijn toekomst als voetballer. Mijn ouders hebben ons geleerd te vechten. Altijd maar vechten en nooit opgeven.’
‘Als Ninho zijn kop erbij houdt, kan hij ver komen’
Leandro: ‘In Engeland heb ik alle wedstrijden van Ninho gezien. Natuurlijk ben ik enorm trots op mijn broertje. Het is in zijn geval echt een droom die uitkomt. Ninho heeft er ongelofelijk hard voor gewerkt. Hij heeft alles opgegeven om te slagen en moet je zien waar hij nu staat! Zeventien jaar, een volwaardige Eredivisie-speler. Ninho is een middenvelder met wat meer scorend vermogen dan ik. Daarentegen heb ik wat meer overzicht. Of hij het gaat redden? Als hij zijn kop erbij houdt, kan hij heel ver komen. Met mijn ouders in de buurt is de kans dat het fout gaat vrij klein.’
Zijn vader knikt. ‘Dat hebben we Leo en Ninho ook altijd voorgehouden. Ik kon puberen toen ik jong was. Zij niet. Ik zei: Jullie zijn artiesten, jullie hebben een naam. Zo moet je je ook gedragen. Pas op met wat je doet en wie je bent. Je draagt altijd een logo met je mee. Je bént FC Groningen.
‘Ik kon puberen toen ik jong was. Leo en Ninho niet. Ik zei: Jullie hebben een naam. Zo moet je je ook gedragen. Je bént FC Groningen’
De wijze levenslessen kwamen de middelste Bacuna goed van pas in zijn tijd bij De Trots van het Noorden. Leo had veel talent, maar kreeg ook met tegenslagen te maken. Na een succesvol debuut kwam hij op de bank terecht. Leandro vocht met zichzelf, de trainer en de supporters. Thuis klonken er wijze woorden. John: ‘Leo heeft het enorm moeilijk gehad. Een supporter is meer dan een liefhebber, hè? Een supporter heeft recht om iets te zeggen. Laat het over je heen komen, zeiden we dan. Hij sprak er veel over. Dan zie je zo’n ventje toch even vechten met zichzelf. Toen het verkeerd dreigde te gaan, heb ik gezegd: Geloof in God! Ga op zondagmorgen naar de kerk en bid. God heeft die jongens iets belangrijks gegeven, daar mag je geen misbruik van maken. Hij is naar de kerk gegaan met de vraag waarom hij uitgefloten werd. Daarna heeft hij gebeden, om vergiffenis gevraagd. Achteraf is het makkelijk praten, maar het is vervolgens alleen maar beter gegaan.’
Twee jaar later maakte Bacuna op 21-jarige leeftijd een droomtransfer naar Aston Villa. Het gezin in Harkstede was trots, maar tegelijkertijd verdrietig. Leandro had tot op de dag van zijn transfer thuis gewoond. Het hechte gezin werd uit elkaar gerukt. Moeder Lucille maakte zich grote zorgen. Kon haar oogappeltje zich wel redden aan de andere kant van de rivier? ‘De eerste weken ben ik zo vaak mogelijk naar Engeland gegaan. En dat terwijl ik een hekel aan vliegen heb. Dan merk je pas dat je die jongens veel te beschermend hebt opgevoed. Thuis hadden ze alles. Er werd voor ze gekookt, mama ruimde wel op. Opeens moest hij het zelf gaan doen. Dat was best spannend.’
Vanuit Harkstede zagen de Bacuna’s hoe zoonlief een droomdebuut beleefde in de Premier League. Leandro was geliefd bij de achterban en kwam in een heel nieuwe wereld terecht. Teamgenoten gameden met de huiskapper, reden in de allernieuwste sportauto’s. Op het eerste oog mengde Leo zich tussen de grote jongens, maar stiekem was Groningen altijd dichtbij. Dagelijks werd er een Skype-verbinding gemaakt. Moeder Lucille hield een oogje in het zeil. ‘Dat was vooral handig met koken. Leo is geen keukenprins. Tegenwoordig zet hij ’s avonds zijn tablet in de keuken. Dan laat ik zien hoe hij een gerecht moet bereiden en dan doet hij het na. Het wil nog weleens gebeuren dat er in Birmingham en Harkstede op dezelfde avond precies hetzelfde wordt gegeten.’
Foppe de Haan
Er zijn drie auto’s nodig om het bonte gezelschap naar Euroborg te verplaatsen. Naast het gezin zijn ook neefjes, nichtjes en zaakwaarnemer Henk-Maarten Chin van de partij. Laatstgenoemde behartigt de belangen van beide broers en wordt volgens Leandro gezien als lid van het gezin.
De benjamin maakt een gespannen indruk als hij de persruimte binnenloopt. De persvoorlichting heeft hem gevraagd iets leuks te zeggen over de fanshop, waar hij zijn stage-uren slijt. Juninho blijkt de eerste speler in de clubgeschiedenis die zijn eigen shirtje heeft bedrukt. Hij houdt zich keurig aan de opdracht en praat honderduit over de goede werksfeer, de leerzame omgeving en de drukte bij de kaartverkoop. ‘Op wedstrijddagen is het net wat drukker dan doordeweeks’, klinkt het aandoenlijk. ‘Het is leuk en leerzaam tegelijk.’
Verderop in de zaal glimmen vader en moeder van trots. Als een van de drie broers wilde slagen in de voetballerij, dan was het de jongste wel. Lucille: ‘Hij zei altijd: “Ik ga later bij FC Barcelona voetballen”. Vanaf het moment dat hij kon lopen deed hij met zijn grote broers mee. Als ze hem de bal afpakten, ging hij huilen. Buurtbewoners hebben hem zelden in nette kleren gezien, hij droeg altijd een trainingspak. Op tweejarige leeftijd had Ninho al een paar voetbalschoenen. Die nopjes waren op een gegeven moment helemaal weggesleten. We woonden toen nog in een flatje, de buren moeten gek van ons zijn geworden. Als ze Ninho’s noppen niet hoorden, dan was het wel een bal. Het ging bij ons thuis altijd van boing, boing, boing.’
‘De trainer van de Rotterdammers zei: “Op een dag ga jij voor Feyenoord spelen”. Wat Ninho antwoordde? “Echt niet, ik wil naar FC Groningen”. Hij was vijf jaar!’
Intussen heeft technisch manager Peter Jeltema lovende woorden over voor de familie Bacuna en de jongste debutant in de Eredivisie. Juninho is een echt jeugdproduct. Op zevenjarige leeftijd zette hij zijn eerste stapjes in de Groningse jeugdopleiding, al had het volgens vader John nogeerder gekund. ‘Hij was getalenteerd en wilde altijd voetballen. Hij ging mee met de wedstrijden van Leo. Dan liep hij langs de kant van het veld, deed hij net of hij warmliep.’ Lucille begint te lachen. ‘Hij was vijf toen Leo een toernooi speelde bij Feyenoord. De trainer van Leandro zei tegen Ninho: “Jij gaat zo invallen”. Hebben ze hem een veel te groot tenue aangetrokken. En Ninho maar rennen langs de lijn. De trainer van Feyenoord, die hem al een tijdje in de gaten hield, kwam aan het einde van de dag naar hem toe en gaf hem een speldje. Hij zei: “Op een dag ga jij voor Feyenoord spelen”. Wat Ninho antwoordde? “Echt niet, ik wil naar FC Groningen”. Een jaar later maakte hij kennis met Foppe de Haan. Leo speelde tegen SC Heerenveen. Een spelertje liep alleen op de keeper af en miste. Ninho trok me aan mijn jas: “Mam, als ik daar had gestaan had ik hem zeker gestift”, zei hij. Dat mannetje was zes jaar oud! Meneer De Haan draaide zich om en zei: “Als jij nu al zo denkt, word je een hele grote”.’
‘Mijn droom is ooit met Leo in één team te spelen’
Juninho: ‘Leo is net als Johnsen een grote steun. Toen ik met de selectie mee mocht op trainingskamp naar Spanje, heeft hij me veel ge-appt. Wat hij dan stuurde? Gewoon je ding doen en vooral niet bang zijn. Aan die woorden heb ik in die week veel gedacht. We appen bijna dagelijks. Hij heeft een moeilijk jaar in Engeland. Toch denk ik dat het goedkomt. Onder de nieuwe trainer krijgt hij meer kansen en die pakt hij ook. Leo is zó goed. Hij gaat hoe dan ook slagen in de Premier League. Mijn droom is om ooit samen met hem in één team te spelen. Op het middenveld, kort achter elkaar.’
Groot is hij nog niet, al is een handjevol invalbeurten en een vierjarig contract bemoedigend. Juninho heeft precies dat wat FC Groningen de komende jaren nodig heeft. Een dynamische middenvelder die uit het niets een wedstrijd kan doen kantelen. Een jochie met lef, passie en een enorme drive om te slagen. Een echte Bacuna dus. ‘Het was altijd mijn droom om in Euroborg te spelen’, vertelt Juninho aan het einde van de dag. ‘De eerste weken dat je meetraint met de selectie is het best spannend. Kijk je nog tegen die jongens op. Nu moet ik me laten gelden. Het is een leuke eerste stap, maar ik wil veel meer. Slagen bij FC Groningen, in de Eredivisie. Net als mijn broer.’
De rest van de familie zal het van dichtbij volgen. Al 25 jaar slijten de Bacuna’s hun weekenden langs het voetbalveld en dat zullen ze blijven doen. Het is voor vader en moeder Bacuna te hopen dat FC Groningen volgend seizoen veel wedstrijden op zondag speelt. Het wil nu nog weleens gebeuren dat alle drie de zoons op zaterdagmiddag de schoenenonderbinden. Dat zorgt voor logistieke problemen. Vorig jaar nog bleef Lucille negentig minuten in de kantine van Roda JC zitten. Daarvandaan kon ze Juninho zien spelen in de A1 van FC Groningen en tegelijkertijd op haar tablet de verrichtingen van Leandro in Engeland volgen. ‘In de auto kijken we op de tablet naar de wedstrijden van Leo’, bekent moeder Lucille. ‘Het zijn toch je zoons, je wil eigenlijk geen wedstrijd missen. Nee, voor mij is het geen keerzijde, eerder een luxeprobleem. Johnsen is vaak de dupe. Hij speelt ook op zaterdagmiddag. Maar hij hoeft niet bang te zijn. Ik heb al tegen hem gezegd: Deze jongens hebben mama nu meer nodig, maar als ik tijd heb kom ik weer kijken. Er is namelijk nooit te veel voetbal.’