De euro moest nog officieel ingevoerd worden als betaalmiddel in Nederland, Wikipedia stond in de kinderschoenen, Feyenoord moest de UEFA Cup nog winnen en huidig Ajax-trainer John Heitinga hoopte als jeugdspeler op zijn doorbraak in Amsterdam. We hebben het over de periode rond het seizoen 2001/02, heel lang het laatste seizoen waarin de Eredivisie streed om drie tickets voor de Champions League. Dit jaar komt daar verandering in. Aan het einde van het seizoen 2023/24 is niet alleen de kampioen zeker van een plek in de groepsfase van de Champions League, maar ook de nummer twee. En de nummer drie? Ook die mag ruiken aan het elitetoernooi en kan zich via het voorportaal plaatsen.
De overwinning van Feyenoord bleek uiteindelijk voldoende om Portugal de genadeklap uit te delen. Eerder was Benfica al onderuitgegaan in de Champions League, Sporting Portugal kon het ook niet bolwerken tegen Juventus. De nederlaag van AZ op bezoek bij Anderlecht was daardoor geen catastrofe op de coëfficiëntenlijst: plek zes is officieel van Nederland. De overgebleven Portugese deelnemers kunnen de achterstand op Nederland (3.418 punt) immers niet meer goedmaken.
De stand van zaken op de coëfficiëntenlijst
# | 2022/23 | 2018-2023 |
---|---|---|
5. Frankrijk | 12.583 | 61.164 |
6. Nederland | 12.900 | 59.300 |
7. Portugal | 12.166 | 55.882 |
Om dit heugelijke feit te vieren duiken we in het verleden en bekijken we de (lange) route die uiteindelijk leidde naar een terugkeer op de zesde plek van de coëfficiëntenlijst. Maar eerst terug naar de tijd dat er in de Nederlandse competitie om drie Champions League-tickets werd gevoetbald. In het seizoen 2001/02 van de Eredivisie werd Ajax kampioen, PSV eindigde als runner-up en Feyenoord pakte als nummer drie ook Champions League-rechten. De Rotterdammers moesten in het seizoen van de UEFA Cup-winst de vaste Champions League-plekken aan de concurrentie uit Amsterdam en Eindhoven laten, maar kwamen uiteindelijk ook in de groepsfase van de Champions League terecht.