Jong Oranje valt vooralsnog tegen op het EK Onder-21. Waar de beloften in de EK-kwalificatie vooral in aanvallend opzicht indruk maakten, is het nu opvallend pover. Tegenstanders hebben de angel uit de Oranje-voetbalmachine gehaald. De vraag is nu: hoe flexibel is de trainer?
Het waren er opnieuw bijna zevenhonderdduizend. Zevenhonderdduizend voetballiefhebbers die zaterdagavond inschakelden op de wedstrijd tussen Jong Duitsland en Jong Oranje. Het is nog altijd minder dan Lego Masters en Matthijs gaat door, maar voor de Oranje beloften zijn het duizelingwekkende cijfers.
Erwin van de Looi en zijn mannen hadden die aantallen maar wat graag gehaald in de EK-kwalificatie. Toen het won van Portugal bijvoorbeeld, of toen het speelde met Gibraltar. Jong Oranje was een doelpuntenmachine, de meest scorende ploeg in de complete kwalificatiereeks. De 4-2-2-2 formatie van Van de Looi bezorgde gerenommeerde tegenstanders als Noorwegen en Portugal hoofdpijn.
Dat flitsende en energieke hebben we na twee wedstrijden op het EK nog niet gezien. Jong Oranje kwam tegen Roemenië en Duitsland nauwelijks tot uitgespeelde kansen en had in beide wedstrijden maximaal recht op een puntje. En de zevenhonderdduizend mensen in Nederland vonden daar terecht wat van.