Met zijn optreden tegen de amateurs van Engeland in 1907 is doelman Lo La Chapelle een van de meest ongelukkige Oranje-spelers ooit. Het Nederlands elftal, dat pas net bestond, ging op die decemberdag met 12-2 ten onder, nog steeds een record.
Van de 808 internationals kwamen er 180 slechts eenmaal uit voor Oranje. Onder hen bevinden zich Mario Been, Royston Drenthe, Oeki Hoekema, Manus Vrauwdeunt (met 1,59 meter de kleinste international ooit) en Frits Soetekouw. Velen van hen vielen simpelweg tegen en kregen daardoor geen tweede kans, zoals Martien Vreijsen na het EK-duel van Nederland met Griekenland in 1980. Anderen dankten hun haasje aan een reeks afzeggingen. Neem Edwin Vurens, die in 1995 tegen Portugal mocht opdraven omdat de Ajacieden de oefeninterland boycotten.
Er zijn verder eenmalige internationals die de pech hadden geboren te worden in een periode waarin veel toppers het levenslicht zagen, zoals Bert van Marwijk en Frans Geurtsen. Verder telt de lijst der eenzaten een aantal keepers die een keer aan de bak moesten omdat de vaste waarde niet inzetbaar was. De meest ongelukkige van het stel? Lo La Chapelle, de in statistisch opzicht slechtste international aller tijden die op 22 juni 1888 werd geboren in Buitenzorg, Nederlands-Indië.