PSV heeft de 25ste landstitel binnen. Een champagne-wedstrijd werd het kampioensduel met Sparta Rotterdam nooit; wel werden de gasten met 4-2 verslagen. Het team van trainer Peter Bosz was dit seizoen met afstand de beste van de Eredivisie. In het Philips Stadion was de bevrijding voelbaar. Want eindelijk, na zes titelloze jaren, is PSV weer kampioen van Nederland.
Daar staan ze. Of beter gezegd: daar springen ze. In een cirkel, alle spelers bij elkaar op het midden van het veld. Scheidsrechter Dennis Higler heeft zojuist voor het laatst op zijn fluit geblazen en direct barst het feest in het Philips Stadion in alle hevigheid los. Op de tribunes worden de 35.000 fans allemaal gek en dronken van geluk. Duizenden kartonnen schalen vliegen door de lucht.
Aan de rand van het veld doet de grote technische staf van PSV hetzelfde als de spelers binnen de lijnen: ze vieren het feestje innig met elkaar, na een heel seizoen hard werken.
Vuurwerk, muziek, bier en champagne. De spelers gaan naar de harde kern, springen en feesten met hun supporters mee. Eén man nog niet. Aanvoerder Luuk de Jong loopt naar de andere helft van het veld, geeft alle spelers van Sparta een hand en bedankt ze voor de zeer waardige tegenstand op deze zondag. Want het moest tegen de Rotterdammers van ver komen vandaag bij PSV.