Dat Feyenoord niet gewend is het spel te maken, bleek vorige week donderdag uit het stroperige optreden tegen FC Drita. De Rotterdamse ploeg zette het vele balbezit nauwelijks om in kansen en kwam in Kosovo niet verder dan 0-0. Trainer Arne Slot legde direct na afloop de vinger op de zere plek.
Wie de statistieken van Feyenoord kende, kon eigenlijk niet verbaasd zijn over het povere optreden tegen FC Drita. Van de zeven wedstrijden waarin de Rotterdammers afgelopen seizoen minder de bal hadden dan de tegenstander, wonnen zij er vier. Alleen tegen rivaal Ajax (uit en thuis) en PSV (uit, 1-1) pakte de ploeg van toenmalig trainer Dick Advocaat zo niet de volle buit. In twee van die drie duels maakte Feyenoord bovendien een prima indruk. Ajax werd in de Johan Cruijff Arena na rust overtuigend vastgezet. In het Philips Stadion wankelde PSV na een snelle openingstreffer van Steven Berghuis. Die linkspoot ontbrak door een schorsing in de thuiswedstrijd tegen zijn nieuwe werkgever Ajax. Dat bleek destijds vooral na rust een gigantisch probleem. De Amsterdammers kwamen na een rode kaart voor Edson Álvarez op slag van rust bij de stand 0-1 met tien man te staan, waardoor Feyenoord – dat de bijbehorende penalty miste – het spel moest maken. Ondanks een overtal slaagde het er niet in tot kansen te komen en Ajax counterde zich zorgeloos naar een ruime overwinning (0-3).