Heracles Almelo heeft het dringende verzoek van de achterban ingewilligd: Nico-Jan Hoogma is terug en moet de club na een desastreus seizoenslot weer terug naar de Eredivisie helpen. In gesprek met de 53-jarige technisch directeur over de club die hij door en door kent. ‘Het geloof is er.’
Zijn terugkeer bij Heracles is in zekere zin onvermijdelijk. Wanneer Hoogma in november aankondigt dat hij deze zomer zal stoppen als technisch directeur van de KNVB, spitst men in Almelo al de oren. Een deel van de supporters is het vertrouwen in de clubleiding volledig kwijt, vanwege de totaal verkeerde aanpak rond de situatie van Rai Vloet. Maar er is al langer sluimerende onvrede. Die vindt zijn oorsprong in 2019 bij het wijzigen van de stadionnaam en suddert ook bij kleinere zaken door, omdat een deel van de aanhang zich niet gehoord voelt.
De roep om een terugkeer van Hoogma wordt steeds luider, zeker als hij zelf laat doorschemeren daarvoor open te staan. Het Heracles-bestuur is er niet doof voor: voorzitter Hans Bredewoud nodigt Hoogma eind januari uit voor een kop koffie. Daarin laat Bredewoud zijn oude collega echter weten dat er geen vacante plek binnen de club is. Bij Hoogma leidt het tot gefronste wenkbrauwen. ‘Ik word gevraagd om te komen praten over een situatie of functie. Het is natuurlijk aan het bestuur om daar een beslissing over te nemen. Het is alleen wel gek als je niet één kop koffie drinkt, maar meerdere gesprekken met elkaar voert, dan is daar meer aan de hand dan: Goh, ik ben benieuwd wat je na de KNVB gaat doen. Dat heeft mij een beetje gestoord’, blikt Hoogma terug.