Wesley Sneijder, Frenkie de Jong, Roberto Mancini, Burak Yilmaz en Teddy Sheringham. Zomaar wat topspelers die op de massagetafel hebben gelegen bij de Nederlandse fysiotherapeut Andre van Alphen. Verschillende sterren van over de hele wereld pakken bij een blessure direct hun telefoon om de fysio uit Amsterdam te bellen.
Van Alphen is vooraf duidelijk: hij staat open voor een interview, maar deelt uiteraard geen medische informatie over zijn spelers. Wel wil hij graag vertellen over alle avonturen die hij door de jaren heen dankzij zijn werk in de voetballerij heeft beleefd.
De fysio is sinds jaar en dag kind aan huis bij Europese topclubs. Hij vloog de hele wereld over met Yilmaz, woonde in huis bij de familie Sneijder en dronk een drankje met Lionel Messi. Dit is het verhaal van de Amsterdamse fysio die de wereld overging.
Hoe ben je als fysio in de voetbalwereld gerold?
‘Vlak na mijn studie ben ik in Amsterdam in een praktijk gaan werken waar veel topsporters kwamen. Die heb ik in 1996 overgenomen met twee compagnons. In die tijd had ik Sjaak Swart onder behandeling. Hij was mijn eerste ex-speler, al dacht hij zelf nog steeds dat hij profvoetballer was. Volgens hem kon hij in die tijd nog makkelijk mee met Ajax 1. Ik heb veel aan Sjaak te danken, want via hem is eigenlijk mijn hele netwerk in de voetbalwereld ontstaan. Sjaak is inmiddels 83 jaar en komt hier nog steeds twee keer in de week. Dan zijn we eigenlijk alleen maar over voetballers, scheidsrechters en opstellingen aan het discussiëren.’
Hoe is via Swart het balletje gaan rollen?
‘Via hem ben ik in die tijd begonnen met het behandelen van Ronald de Boer en ongeveer een jaar later kreeg ik mijn eerste buitenlandse klus bij Tottenham Hotspur. Dat is ook weer via Swart en zaakwaarnemer Søren Lerby gegaan. De eigenaar van Spurs was in Amsterdam voor een overleg en vertelde aan hen dat er veel grote spelers met blessures rondliepen. Toen gaven zij aan: dan moet je met Andre uit Amsterdam gaan praten. Samen met mijn compagnon ben ik naar Londen gevlogen. Spurs is natuurlijk een grote naam, maar we kwamen er al snel achter dat er op medisch vlak het nodige te verbeteren was.’
