Borussia Mönchengladbach is na jaren van sportieve malaise nu al een tijd terug in de Duitse subtop. Voor de coronacrisis maakte de club weer deel uit van de topvier in de Bundesliga. Ondanks het succes wringt er iets bij Die Fohlen: er stromen te weinig jeugdspelers door. Mede dankzij Nederlandse inbreng moet daar verandering in komen.
De wens van Gladbach is niet vreemd. Veel Duitse clubs zoeken naar de gouden formule om naast succes ook eigen jeugdspelers op hoog niveau te krijgen. Gladbach kende in de jaren zeventig successen met veel eigen jeugdspelers in de gelederen. De basis voor dat elftal werd al in 1965 gelegd. Het team waarmee Gladbach in de Bundesliga debuteerde, had een gemiddelde leeftijd van 21,5 jaar, met jonge talenten als Günter Netzer, Jupp Heynckes, Bernd Rupp en Berti Vogts. 'Als jonge veulens zijn de spelers van Borussia', schreef journalist Wilhelm August Hurtmanns in de Rheinische Post, de plaatselijke krant. De bijnaam Die Fohlen was geboren. Tegenwoordig is de clubmascotte een veulen en staat de roepnaam op alles wat met de club te maken heeft.
Ondanks de recente successen wil Borussia meer spelers uit de eigen opleiding in de hoofdmacht hebben. Het streven is zelfs om in de toekomst een derde van de selectie te laten bestaan uit zelfopgeleide talenten. De andere delen bestaan uit toptalenten die worden aangetrokken en ervaren spelers op het hoogste niveau. Met die verdeling wil Borussia de eigen identiteit terugkrijgen. Leidenaar Satya den Boer kwam daarachter toen hij tijdens een vooronderzoek voor zijn scriptie voor de studie Sportmanagement sprak met mensen binnen de club. Den Boer kwam via voormalig Sparta Rotterdam-verdediger en Gladbach-scout Luuk Balkestein bij de club terecht. Daar kreeg hij de vraag om in kaart te brengen hoe men in Nederland omgaat met talentontwikkeling. 'In Duitsland weten ze wel wat er gebeurt, ze waren juist erg geïnteresseerd in dde Nederlandse aanpak', vertelt Den Boer.
Identiteit
Met meer zelfopgeleide spelers in de selectie wil Gladbach zich onderscheiden van clubs als Borussia Dortmund en Bayern München. 'Borussia is meer als een familie', vervolgt Den Boer. 'Sommige mensen werken er al dertig jaar en zijn echt onderdeel van de club. Veel mensen die ik binnen de club heb gesproken, spraken de wens over meer jeugdspelers uit. Daarmee moet de eigen identiteit terugkomen, wat ook veel sponsoren en supporters graag zouden zien. Nu is de club succesvol en wordt er misschien minder op gelet, maar zodra de resultaten tegenvallen, wordt er al snel daar naar gekeken. Men wil zich kunnen identificeren met de spelers. Daarbij is het streven om een derde van de selectie daaruit te laten bestaan, maar de ambitie zal misschien zelfs nog hoger liggen.'
AZ is echt een voorbeeld op het gebied van trainers opleiden