Een vertrokken publiekslieveling uit een succesteam opvolgen is een ondankbare taak. Djevencio van der Kust (22) loopt er bij Sparta Rotterdam niet voor weg. Een monoloog van de goedlachse gifkikker, wiens wedstrijden kritisch gevolgd worden. Door fans, zijn broertje én Van der Kust zelf.
‘Natuurlijk krijg ik mee dat supporters mij vaak vergelijken met Mica Pinto. Vorig seizoen was een uniek seizoen voor Sparta en Pinto had daar als linksback een belangrijk aandeel in. Ik begrijp de fans ook wel, dat ze daaraan terugdenken, en zij hadden misschien verwacht dat er meteen een nieuwe linksback zou staan die op hetzelfde niveau zit. Maar ze moeten niet vergeten dat ik pas een jongen van 22 ben en me nog volop ontwikkel. Hij is hij, ik ben ik. Het doet me niet veel hoor, die vergelijking. Ik weet wat ik kan en waar ik naartoe wil gaan. Dit is een nieuw seizoen, met nieuwe spelers. Wij proberen er nu met zijn allen ook gewoon wat moois van te maken.’
'Je gaat niet zozeer op zoek naar reacties, maar je komt weleens wat tegen, of familieleden of vrienden confronteren je met iets. Zij begrijpen het vaak niet en zien het meteen als iets heel negatiefs. Zelf kijk ik daar anders naar, ik probeer er altijd het positieve uit te halen. Hoe kan ik dit gebruiken om mezelf weer te ontwikkelen? Ik gebruik het vooral om kritisch naar mezelf te kijken.’‘ Dat doe ik sowieso al vaak.'
'Een dag na een wedstrijd pak ik thuis mijn laptop erbij en ga ik de hele wedstrijd terugkijken, om te zien wat ik beter had kunnen doen. Doordeweeks kijken we op de club natuurlijk ook beelden terug, maar dat is dan meer op het team gericht. Ik vind het fijn om op mijn gemakje zelf nog even de wedstrijd terug te kijken, om mezelf te analyseren.’‘Vaak doe ik dat alleen, soms ook met mijn broertje. Hij is vier jaar jonger dan ik, maar heeft verstand van voetbal en is ook kritisch naar mij. Als het goed is, is het goed, als het minder is, is het minder. En dat krijg ik dan ook te horen, ondanks dat het mijn jongere broertje is. Dat vind ik alleen maar goed, andersom werkt het precies zo. Op die manier proberen we het maximale uit elkaar te halen.’