Ajax heeft donderdagavond op ontluisterende wijze afscheid genomen van de Conference League. Aston Villa troefde de Amsterdammers in Birmingham op alle fronten af. Na het solide heenduel koesterde Ajax nog enige hoop, maar de return werd een keiharde realitycheck.
Al jaren spreekt Ajax de ambitie uit om aan te haken bij de beste zestien clubs van Europa. Twee jaar geleden lukte dat sportief gezien ook daadwerkelijk: tijdens de laatste Champions League-campagne onder Erik ten Hag bereikte Ajax met uitstekend voetbal overtuigend de knock-outfase. Vorig seizoen brokkelde de status van Ajax al af, maar dit jaar zijn de Amsterdammers nog veel verder door het ijs gezakt. Nationaal, maar ook Europees.
Op basis van de algoritmes van dataleverancier Opta hoort Ajax op dit moment niet eens meer bij de beste honderd clubs van Europa. Aston Villa drukte de ploeg van trainer John van ’t Schip donderdag met de neus op de feiten. Ajax belandde door eigen toedoen in een wet-van-Murphy-avond, die de teloorgang van de club treffend symboliseerde. Het team én de trainer van de Amsterdammers kwamen duidelijk tekort op meerdere fronten.