In de poulefase is het veldspel van het Nederlands elftal bepaald geen galavoorstelling geweest. Hoewel Louis van Gaal dat erkent, maakt de bondscoach een montere indruk. Hij lijkt zich vast te houden aan de cijfers die wél goed zijn.
Voor de liefhebbers van aanvallend voetbal is dit WK van Oranje een kleine ramp. Tegen Ecuador breekt Nederland een Europees record uit 1966 door in totaal slechts twee doelpogingen te ondernemen. Dat is geen incident. Vanuit opbouw vanaf eigen helft is Oranje dit toernooi tot slechts vijf schoten gekomen, net zo weinig als gastland Qatar. Op aanvallende statistieken als doelpogingen, schoten op doel en Expected Goals is het Nederlands elftal steeds in het rechterrijtje van de WK-deelnemers te vinden. De kritiek op het vertoonde spel in de groepsfase is dus gegrond.
Alleen lijken Louis van Gaal en de spelers daar niet heel erg mee te zitten. Mogelijk omdat zij zich vasthouden aan vier statistieken waarin Oranje wél kan wedijveren met de topteams.