De trainerscarrière van Louis van Gaal bij Ajax had al in zijn debuutseizoen in de kiem gesmoord kunnen worden. Cruciaal was een uitwedstrijd in het UEFA Cuptoernooi tegen Osasuna. Achteraf bleek dat beladen duel niet het einde, maar juist het begin van iets moois.
‘Ik werd gedwongen resultaten te halen, anders zou ik niet overleven. Als we Osasuna-uit niet hadden gewonnen, was ik er gewoon uitgevlogen. Dan had ik later niet zo veel titels kunnen winnen bij Ajax.’
Louis van Gaal in zijn boek LvG, de trainer en de totale mens.
De spandoeken doen pijn aan zijn ogen, de spreekkoren snijden dwars door zijn ziel. Het is onrustig bij Ajax, nadat Louis van Gaal het roer heeft overgenomen van Leo Beenhakker, na diens vertrek naar Real Madrid. De competitieresultaten vallen tegen, het vertoonde spel evenzo en dat wakkert bij de fans het verlangen naar Johan Cruijff aan. De clublegende die drieënhalf jaar eerder na een conflict met het bestuur als trainer is teruggekeerd naar Barcelona. ‘Wat in Spanje de witte zakdoekjes zijn, was bij Ajax het scanderen van de naam van Cruijff’, zegt David Endt, perschef en teammanager in die tijd. ‘Dat was voor de fans een uiting van ontevredenheid en de uitgesproken wens dat er iets zou gaan veranderen. De roep om Cruijff was pijnlijk voor Louis, het stak hem echt. Hij vond het hinderlijk en vooral oneerlijk en onjuist. Het liep al niet lekker bij Ajax en dit maakte zijn werk nóg moeilijker. Het lukte hem niet de irritatie hierover naast zich neer te leggen.’