Arne Slot hoeft met Feyenoord geen kampioen te worden. Zijn opdracht is de club aanvallend en dominant te laten spelen. ‘Goed voetbal loopt over bepaalde patronen. Dat moeten spelers gewoon even doorhebben.’
Op het moment dat Arne Slot de vraag wil beantwoorden over wat zijn aanstelling teweeg heeft gebracht, gaat het alarm af op 1908, het trainingscomplex van Feyenoord. Er schuilt wel een zekere symboliek in. Slot werd uitgeroepen tot Verlosser sinds het moment dat hij zijn contract tekende. Alsof Feyenoord nu vanzelf droomvoetbal zal gaan spelen. Alarm! Zó simpel is het niet. ‘Ik weet niet of echt heel veel mensen dat denken’, vertelt Slot, ‘maar volgens mij heb je zelf vaak genoeg geschreven dat nu de wereld niet ineens anders zal worden. En zo is het ook. Het trainersvak brengt druk met zich mee en dat mensen een bepaalde manier van spelen verwacht, begrijp ik en die druk leg ik mezelf ook op. Maar dat gaat niet vanzelf.’