De kampioen moet zijn eerste wedstrijd nog spelen, of het gevaar komt van alle kanten. Trainer Arne Slot is niet onder de indruk. Hij vertrouwt vooral op zichzelf en zijn technische, performance en medische staf. ‘Verandering geeft óók nieuwe energie, nieuwe nieuwsgierigheid en nieuwe dynamiek.’
Een nieuwe padelbaan en een verbouwde gym, verder blijft vooralsnog veel oude bij Feyenoord. Waar in Amsterdam de nieuwe assistent van hoofdtrainer Maurice Steijn, Hedwiges Maduro, als een jeugdcoach vrijwel iedere bal van commentaar voorzag en in Eindhoven Peter Bosz vooral observeerde, nam Arne Slot tijdens de eerste veldtraining bij Feyenoord meteen de regie weer in handen, situatief coachend en tussen de oefeningen door tête-à-tête met spelers. Zo ging het vorig seizoen en zo zal het nu weer gebeuren. Slot traint en coacht, bijgestaan door zijn assistenten Sipke Hulshof, Marino Pusic en John de Wolf, en de performance en medische staf.
Daar, op 1908, legde Feyenoord de basis voor de titel. Ook nu weer ziet Slot ‘het trainingsveld’ als grootste kracht. ‘Kunnen we dat weer inzetten? Zijn spelers bereid weer alles te geven, iedere dag opnieuw? De kracht van het trainingsveld bewees zich vorig jaar, toen speelden we na de winter beter dan ervoor.’