In de Grolsch Veste gaf Fortuna Sittard zaterdagavond een masterclass degradatievoetbal weg. De bezoekers uit Limburg gooiden zich dapper voor schoten, duelleerden verbeten, verdedigden compact en cijferden zichzelf weg voor het team (Mats Seuntjens bracht een groot deel van de tweede helft door op de linksbackpositie). De tegenstander werd ontregeld, het spel vertraagd: vanaf letterlijk de eerste minuut probeerden de Limburgers tijd te rekken. Ingooitje overlaten aan een teamgenoot, even doorrollen na een onschuldig duelletje, tergend lang treuzelen voor elke doeltrap: alle trucs kwamen voorbij, en ze hielpen Fortuna uiteindelijk aan een zwaarbevochten zege.
Het was genieten voor liefhebbers van puur overlevingsvoetbal, al waren die in Enschede veruit in de minderheid. Het thuispubliek werd gek van frustratie, en niet alleen vanwege de eigen machteloosheid en het onnavolgbare optreden van scheidsrechter Jochem Kamphuis. Het ‘anti-voetbal, anti-voetbal’, klonk steeds furieuzer richting wat zaterdagavond een mijnstreekversie van Benfica en Getafe leek. Geïrriteerde spelers van FC Twente deden even verwoede als vergeefse pogingen plotseling op het gras spartelende tegenstanders overeind te trekken. Ron Jans stond herhaaldelijk hoofdschuddend aan de zijlijn. ‘Wat ze het beste deden, was tijdrekken’, sneerde de FC Twente-trainer na afloop van de 1-2 nederlaag. Hij zei wel begrip te hebben voor de keuze van Fortuna. De club vecht voor handhaving, in de schoonheidsprijs is niemand in Sittard nog geïnteresseerd.
'Wij hebben echt mannen die het juist lekker vinden om in zo’n vijandig stadion te spelen'