Toen hij kwam was het 'overleven'. Tweeënhalf jaar later speelt Feyenoord de finale van de Conference League. Zelfs voor de altijd optimistische Frank Arnesen (65) is dat een klein wonder, maar óók een gevolg van het beleid dat de technisch directeur heeft gevoerd in De Kuip. 'We tellen echt weer mee.'
De technisch directeur van Feyenoord weet hoe het is, een Europese finale spelen. In het seizoen 1983/84 stond hij met Anderlecht tegenover Tottenham Hotspur. 'UEFA Cup', herinnert Frank Arnesen zich nog, 'dubbele ontmoeting. De eerste wedstrijd in Brussel (1-1) viel ik in en gaf ik een assist, in het tweede duel in Londen werd ik gewisseld. Toen stond het 0-1, maar we konden die voorsprong niet over de streep trekken. Tottenham won na strafschoppen, toch nog steeds een teleurstelling.'
Vier jaar later was Arnesen onderdeel van het PSV dat de Europa Cup I zou winnen, maar de finale tegen Benfica zag hij thuis voor de buis. 'Een stukje verderop hier vandaan, in Dordrecht, brak ik mijn been tegen DS '79. Het was de laatste competitiewedstrijd en meteen het einde van mijn carrière; nooit meer gevoetbald. Maar daarvoor had ik wel gespeeld tegen Girondins Bordeaux en in Santiago Bernabéu, waar ik nog de assist gaf op de 1-1 van Edward Linskens, wat later de winnende treffer bleek te zijn. Thuis kwam ik 25 minuten voor tijd in het veld, het bleef 0-0 en we bereikten de finale. Ik had dus wel een aandeel, maar toen ze 'm wonnen, zat ik in het gips. Verschrikkelijk, hoewel ik vrede had met het einde van mijn voetballoopbaan. Ik was op.'