Henk Fraser is officieel begonnen als trainer van FC Utrecht. Tijd om hem uitgebreid aan de tand te voelen. Over zijn liefde voor de club, het enorme verwachtingspatroon in de Domstad én de gekte op de transfermarkt. 'En dan kunnen mensen later zeggen: wat een idioot.'
Er zat 34 jaar tussen. De dag dat de voetballer Henk Fraser afscheid nam van FC Utrecht en de dag waarop de trainer Henk Fraser zijn rentree maakte in de Domstad. De stad, het stadion en de clubkleuren zijn nog hetzelfde. Misschien ook wel het karakter van de volksclub. Maar tegelijkertijd is er veel veranderd. Met name waar het gaat om de faciliteiten.
'In mijn tijd trainden we op een veld naast het stadion. Dat was dan twee weken goed en daarna één harde massa, geen gras te bekennen in ieder geval', begint de trainer in de persruimte van het Topsportcentrum in Overvecht. 'Daar trainde het eerste elftal én de beloften.'
In zijn eerste werkweek keek hij zijn ogen uit. FC Utrecht heeft faciliteiten vergelijkbaar met Vitesse en AZ, clubs waar het graag mee wil concurreren. Alles lijkt – aan de buitenkant althans – tot in de puntjes geregeld. Fraser oogt content, al ziet hij ook direct gevaren. 'Alles is voor ons geregeld. Maar ik ga ze wel aangeven dat luxe ook kan leiden tot luiheid. Dat gaan we wel proberen te voorkomen.'
Daarmee sloeg de trainer direct een paar piketpaaltjes. Ja, FC Utrecht wil omhoog kijken. Ja, het moet beter. Maar alleen een nieuw trainingscomplex en nieuwe trainingstenues gaan het verschil niet maken. Het moet uit de spelers zelf komen. Het is direct aan- of afhaken. Na een eerste training die bijna twee uur duurde, vertelde Fraser erover bij de aanwezige media. Alle prangende thema's kwamen voorbij. En Fraser nam, zoals te doen gebruikelijk, geen blad voor de mond.