Vlak voor de Final Four van de Nations League vallen er, met de ontgoocheling van het EK in het achterhoofd, veel vragen te stellen aan de bondscoach van de Rode Duivels. Die gaat uitgebreid in op alles. Ontmoeting met een man die niet zo snel van plan is het geweer van schouder te veranderen.
Geen afspraak in zijn bureau met zicht op het oefenveld dit keer, wel in de lobby van het Martin's Hotel in Tubeke, dat grenst aan de kantoren van de Belgische voetbalbond. Roberto Martínez (48) wisselt er met gemak van sofa bij elke nieuwe gesprekspartner die hij ontmoet. We zijn woensdag en op zijn programma staat een lange persdag. Veel interviewers hebben een Frans accent, het duel met onze zuiderburen is er ook eentje waar ze hard naar uitkijken. Een nieuwe broederstrijd, de eerste sinds de halve finale op het WK van 2018.
Tussen de vragen van Onze Mondial en die van L'Équipe door, is het aan ons. De tijd is vooraf nauwkeurig afgelijnd, maar zonder één keer op zijn horloge te kijken, beantwoordt de Catalaan uitvoerig onze vragen. Geruchten die hem linken aan Barcelona amuseren hem eerder dan dat ze storen. Zijn hoofd is gevuld met andere dingen: de lessen die we moeten trekken uit het EK, de voorbereiding op de Final Four in de Nations League, en het verder werken aan Generation 2026, die het straks moet overnemen en het succes proberen bestendigen.
Is drie maanden na de nederlaag tegen Italië bij u de ontgoocheling al wat weg?
'Neen. Ik wíl die zelfs niet vergeten, integendeel. Het is belangrijk om te reageren, door erover te praten. Direct na de nederlaag in München is iedereen vertrokken. Ieder moest in zijn hoekje alles herkauwen. In dat licht heb ik enorm genoten van de manier waarop we in september weer bij mekaar zijn gekomen. Er was veel zin om vooruitgang te boeken, opnieuw te winnen. We hebben de teleurstelling omgezet in iets wat ons nieuwe energie gaf om verder te winnen. In mijn ogen het bewijs van maturiteit. Dat was de reden waarom we binnen de zeven dagen drie keer konden winnen. Dat kan onschuldig lijken, maar in Europa waren alleen België en Denemarken daartoe in staat.'
Heel België zag de nederlaag tegen Italië als een enorme teleurstelling. Heeft dat u verrast?
'Wat me verraste was dat de goeie dingen niet naar waarde werden geschat, niet op hetzelfde niveau werden gezet als de slechte. Uiteraard was het een teleurstelling, maar je verloor wel van de ploeg die later Europees kampioen werd. Ze waren beter voor de rust, wij waren dat na de pauze. Wij hebben niet gescoord uit de kansen die we creëerden, zij wel. En daarna was de reactie, in plaats van te accepteren dat Italië het verdiende om door te gaan, er eentje van: hoe konden we dit verliezen?
'Ik vond dat de winst in de ronde voordien ook niet naar waarde werd geschat. Toen elimineerden we Portugal, titelverdediger op het EK én winnaar van de eerste editie van de Nations League. Zonder de derde plaats die we op het WK haalden, winnen we die match niet. We hebben dus een stap vooruit gezet tegenover 2018, maar dat werd onvoldoende meegenomen in de analyses, vind ik. Drie jaar nummer 1 op de wereldranking, jongeren die vooruitgang boeken en binnen de kern belangrijk zijn geworden, ... De analyse die ook dat niet meeneemt, beantwoordt niet aan de realiteit in mijn ogen.'