Toen Gianluigi Buffon in 1997 op negentienjarige leeftijd zijn debuut maakte in de nationale ploeg van Italië, moesten twintig van zijn huidige teamgenoten nog geboren worden. Over twee maanden viert de doelman zijn 44ste verjaardag. Waarom stopt hij niet?
Halverwege juni maakte hij bekend terug te keren bij Parma. Gianluigi Buffon had twee weken bedenktijd gevraagd om alle aanbiedingen met elkaar te vergelijken en zichzelf een aantal belangrijke vragen te stellen. Tussen de opties zaten clubs die meedoen om eindwinst in de Champions League. Daar had hij op de bank kunnen gaan zitten. Maar ook als basiskeeper waren er voldoende mogelijkheden. Atalanta-trainer Gian Piero Gasperini had hem een jaar geleden al graag aan zijn selectie willen toevoegen. Afgelopen zomer kon Buffon naar Turkije, Griekenland en meer van dat soort competities, waar hij op basis van zijn naam en status niets te vrezen zou hebben. De doelman schoof alle verlokkingen opzij en koos voor de modder van de Serie B. Hij tekende een contract voor twee seizoenen bij de club waarvoor hij in november 1995 op zeventienjarige leeftijd debuteerde. Een terugkeer naar de oorsprong, noemde de ervaren doelman het zelf.
Niet iedereen begreep waarom een legende als hij het risico neemt af te gaan in zijn eigen achtertuin. Buffon is twaalf keer tot Doelman van het Jaar verkozen in Italië. Meerdere keren mocht hij de award voor beste doelman ter wereld in ontvangst nemen. Volgens de International Federation of Football History & Statistics is hij de beste doelman van de periode tussen 2001 en 2020. Dat zijn slechts een paar feiten op een cv die zo goed als compleet is. Alleen de Champions League won hij nooit. Iets wat hem dwars zit, maar waarmee hij vrede heeft. Hij hoefde niet zo nodig ergens op de bank te zitten in de hoop die ene ontbrekende prijs alsnog te veroveren. Buffon bleef vorig seizoen bij Juve actief omdat hij dat had beloofd aan toenmalig trainer en oud-ploeggenoot Andrea Pirlo.