Vitesse toverde het eigen Gelredome vorig seizoen om in een onneembare Europese vesting en verbaasde vriend en vijand in Brussel, Londen, Rennes, Wenen en Rome. De Europese avondjes kenden ruim dertig jaar geleden een aanvang in Londonderry. De held van de avond destijds was Huub Loeffen, een wat houterig ogende maar technisch vaardige spits.
‘Onwaarschijnlijk goed bij vlagen’, noemt Loeffen de recente Europese triomftocht van Vitesse. De spits van weleer was aanwezig bij meerdere wedstrijden. Als supporter, via de businessclub, gewoon als Arnhemmer, als ex-speler met zelf een Europees verleden. ‘Thuis tegen Anderlecht, Tottenham Hotspur, Stade Rennes - dat was gewoon heel goed. In een kolkend Gelredome. Dat hebben we niet vaak gezien. Het gaat vaak over het grote stadion en de matige bezetting, maar dit was echt sfeervol en mooi om mee te maken. Vitesse heeft zichzelf Europees op de kaart gezet.’
Loeffen praat als een supporter, hij beschrijft de uitwedstrijd bij Spurs en de mars over de Londense straten richting het schitterende nieuwe stadion met jongensachtig enthousiasme. Mee met de massa, genietend van het moment met zijn zoon. Slechts een enkeling die in de gaten had dat hij de man was die ooit als jongetje van achttien het Europese debuut van Vitesse opfleurde. ‘Ik was een broekie man, toen ik de enige treffer tegen Derry City maakte. Had nog niks meegemaakt en keek mijn ogen uit. Ik mocht mee met de grote jongens. Het was geen mooie goal, maar hij telde. Het was überhaupt niet heel geweldig wat we toen lieten zien. Stijf van de zenuwen. Plankenkoorts? Ik weet het echt niet. We waren over twee wedstrijden gewoon heel matig én de gelukkigste, dat weet ik wel.’