Af en toe denk ik nog aan Mbark Boussoufa, bijvoorbeeld als ik naar een heerlijke, bijna drie uur durende podcast (van het Vlaamse MIDMID) luister waarin zijn loopbaan pass voor pass wordt uitgeplozen. Boussoufa boeit me al lang: zijn schitterende stijl, zijn overzicht, zijn scherpzinnige blik, zijn bedachtzame manier van doen en zijn fraaie, maar toch ook wat vreemde carrière. Carin Goeijers’ documentaire over hem – Voetbalmiljonair uit Oost, uit 2015 – behoort tot de mooiste portretten van een moderne voetballer die ik ken.
In MIDMID zei Boussoufa iets opvallends. Het ging over zijn transfer naar Anzhi, een club uit de levensgevaarlijke Russische deelrepubliek Dagestan, eigendom van miljardair en Poetin-vriend Soelejman Kerimov. Destijds schafte Kerimov de ene topper na de andere aan voor zijn clubje. Ook Boussoufa zwichtte voor het soort voorstel waarmee je het pensioen van je kleinkinderen verzekert. Ook nu, zoveel jaar later, zag hij geen beletsel: ‘Voetballers kijken puur voor hun eigen project.’