In de vorige Clásico moest hij achter Dani Carvajal aanlopen. Frenkie de Jong, op bovenstaande foto in duel met Jules Koundé van Sevilla, verstuurde tijdens die wedstrijd 62 van zijn 67 passes naar de juiste kleur, maar was geen moment zichzelf: de geniale speler die hij kan zijn. Hij acteerde een linkermiddenvelder. Ronald Koeman keek het als bondscoach van Oranje hoofdschuddend aan.
Tijdens zijn laatste jaar in de Eredivisie kwam hij gemiddeld 96 keer per wedstrijd aan de bal. De opbouw van de Ajax-aanval begon bij hem. Hij was de eerste keus van zijn ploeggenoten. Matthijs de Ligt kon bij wijze van spreken in het donker het lichtknopje vinden. Hij wist dat De Jong ergens links van hem vrij zou komen. Bij Barcelona moet de middenvelder zich soms een gevangene hebben gevoeld op een onbewoond eiland. Eenzaam, kijkend naar de horizon, wachtend op een zeilbootje dat toevallig zou passeren. Hij kwam veel minder aan de bal en als hij werd aangespeeld dan gebeurde dat meestal ver over de middenlijn.