De cijfers die VI geeft aan Eredivisie-spelers zijn komend seizoen een gewogen gemiddelde van onze eigen rapporteurs en een datamodel van Opta Sports. Soms levert dat opvallende verschillen op. Zoals in de eerste speelronde bij Caner Cavlan van FC Emmen.
Bij zijn terugkeer bij Emmen ging Cavlan moeiteloos verder met waar hij in 2018/19 had uitgeblonken: aanvallend van waarde zijn met zijn traptechniek. De linksachter leverde de assist bij de 2-0 van Marko Kolar, noteerde de meeste succesvolle dribbels van alle Emmen-spelers en leverde liefst vijf succesvolle voorzetten af. Dat de ploeg van trainer Dick Lukkien voor rust totaal domineerde tegen VVV-Venlo, viel moeilijk los te zien van de bijdrage van Cavlan.
Onze verslaggever Reon Boeringa beoordeelde Cavlan dan ook met een 7,5. ‘Cavlan was offensief absoluut de beste man bij FC Emmen en stond aan de basis van de 1-0 en 2-0’, onderbouwt hij dat oordeel. ‘Cavlan verstaat de kunst om zijn loopacties perfect te timen en was continu aanspeelbaar voor de centrale verdedigers en middenvelders. Hij bestreek de complete linkerflank en bracht daarmee Tobias Pachonik en Guus Hupperts, die bij VVV op rechts stonden, regelmatig in grote problemen.’
Ons nieuwe datamodel van Opta kwam tot een heel ander oordeel: een 4. Waar Cavlan via het oog van onze clubwatcher de beste man op het veld was bij Emmen, kwam hij er in de data als slechtste vanaf. Dat maakt het interessant om te kijken waar dit enorme contrast vandaan komt.