Na zijn droomdebuut tegen FC Utrecht staat Robin Roefs zondag voor het eerst in zijn carrière in de basis bij NEC. De twintigjarige keeper doet dat in misschien wel de belangrijkste wedstrijd van het seizoen: de derby tegen Vitesse. Roefs stelt zichzelf voor, blikt terug op zijn vuurdoop in De Goffert en de vervelende blessure waar hij jaren last van had.
Eindelijk was daar die kans, zaterdagavond in De Goffert. Jasper Cillessen verrekte na een klein half uur zijn hamstring in de wedstrijd tegen FC Utrecht en zat op het veld. Al snel werd duidelijk dat de 65-voudig international niet verder kon. Roefs wilde nog met derde doelman Rijk Janse intrappen, maar dat zat er niet in. Hij moest direct opdraven en Cillessen vervangen. Na negen jaar in de opleiding van NEC stond de keeper dan eindelijk onder de lampen van het stadion. Dat hij talent heeft, werd al vroeg opgemerkt. Als jeugdspeler van VV Heeswijk wisselde hij de rol van doelman nog af met die van veldspeler, maar toen NEC bij hem aanklopte vanwege zijn keeperstalent, was de keuze snel gemaakt.
Als elfjarige kwam Roefs terecht in de opleiding van de Nijmeegse club. De uit Heeswijk afkomstige doelman kan zich nog goed herinneren hoe zijn dagen eruit zagen. Een van zijn ouders zette hem 's ochtends af op het station in Oss, waarna hij met de trein naar Nijmegen reisde, naar school ging en trainde bij NEC. Een van zijn voorbeelden was toen al Cillessen, die net als hij de jeugdopleiding van NEC doorliep en uiteindelijk door een blessure van de eerste keeper - Gabor Babos - mocht debuteren. 'Ik had het eigenlijk niet eens door dat Jasper geblesseerd was, tot hij ineens naar de zijkant riep dat het in zijn hamstring was geschoten. Toen dacht ik wel: dit is foute boel. Ik ben me direct gaan omkleden en ben erin gekomen', vertelt Roefs over zijn debuut tegen FC Utrecht.