Exact twintig jaar geleden begon het Nederlands elftal aan de groepsfase van Euro 2000. Een generatie top-internationals, een toernooi in eigen land, een evenwichtige coach; alles wees op een gouden zomer. Tot die vermaledijde halve finale tegen Italië. Een terugblik met spelers en trainers van toen.
Kort na zijn verrassende aanstelling als bondscoach, staarde Frank Rijkaard in de bar van Hotel Hilton naar buiten. Even herkauwde hij de vraag over zijn geringe trainerservaring. Daarna boog Rijkaard voorover, keek zijn tafelgenoot glimlachend aan en zei: ‘Ik zou graag een wedervraag stellen. Stel dat dit uitdraait op een mislukking: maakt mij dat een ander mens?’ Na het ontkennende antwoord spreidde hij zijn armen. ‘Nou, dan zijn we er toch? Ik ga met honderd procent toewijding deze klus aan. En als het op niets uitdraait, zal ik de eerste zijn om toe te geven dat ik het als bondscoach niet goed heb gedaan.’